Oefenen rekenen H6 en H5

€conomie - Rekenen H5 en H6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

€conomie - Rekenen H5 en H6

Slide 1 - Tekstslide

Begin les
  • Ga naar: https://student.lessonup.io
  • Vul bij 'CODE INVOEREN' de code die op het bord staat in
  • Vul bij 'Hoe heet je?' je echte voornaam in

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
2 minuten
10 minuten
15 minuten
10 minuten
15 minuten
±
±
±
±
±
6. Afsluiting
5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • rekenen met de formules van H5 en H6

Slide 5 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.
Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.
Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.
(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =

Procenten van een getal.  
Als het %-teken erbij staat.



 getal            [ : 100 x ]   percentage



   
snelle manier:
percentage [ : 100 x ]    getal



 

Als je een deel van 
een geheel wilt weten.



          deel : geheel x 100


 






Als er meerdere tijden genoemd worden.  



       (nieuw-oud) : oud x 100

Rekenen met procenten --> drie formules
1
2
3
of

Slide 7 - Tekstslide

Overige formules
Rekenen met grote getallen
1 miljard = 1.000 miljoen (gelijknamig maken = 17,6 miljard X 1.000 = 17.600 miljoen)


Verkoopprijs berekenen
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag


Omzet berekenen
Omzet = afzet x verkoopprijs


Consumentenprijs berekenen
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw


Van consumentenprijs naar prijs exclusief btw
Verkoopprijs = consumentenprijs: 121 x 100


Brutowinst berekenen
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde


Nettowinst berekenen
Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten

Slide 8 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Je hebt de formules van H6 en H5 overgeschreven.
  • Kijk eens welke formule jij het lastigste vind.
  • Markeer deze formule.
  • Vervolgens zoek je een rekenmaatje.
  • Welke formule vinden jullie samen het lastigst?
  • Geef jullie keuze door aan de docent.
  • Jullie krijgen twee briefjes. Een briefje met opdrachten over rekenen met procenten en een over de formule van jullie keuze.
  • Jullie gaan samen de rekenopdrachten maken. 
  • Noteer de antwoorden met berekeningen in je schrift.
  • Ben je klaar? Lever de opdrachten in via Magister.me. 
  • De docent zet dat de antwoorden open en jullie kunnen de opdrachten nakijken.
  • Welke opdrachten waren goed? Welke moeten jullie nogmaals bekijken?
  • Veel succes! 

Slide 10 - Tekstslide

Wat lever je in?
Wat
Je schrijft de antwoorden van de opdrachten 'procenten' en 'formule naar keuze' in je schrift. Vergeet de berekening niet.

Hoe
Via de openstaande opdracht in magister.me lever je een foto in van jullie antwoorden.

Wanneer
Aan het einde van deze flexles.

Slide 11 - Tekstslide

De inkoopprijs van Product X is € 1,10. De brutowinstopslag is 50%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 12 - Open vraag

Van Product X worden 800 stuks verkocht. Bereken de omzet.

Slide 13 - Open vraag

Wat is BTW?

Slide 14 - Open vraag

De prijs van een fiets exclusief btw is € 200. Het btw-tarief is 21%. Bereken de consumentenprijs.

Slide 15 - Open vraag

De consumentenprijs van een brood is € 3,75. Het btw-tarief is 9%. Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Wat gebeurt er met het aantal producten dat mensen kopen als de BTW hoger wordt? Leg uit.

Slide 18 - Open vraag

Waarom willen sommige mensen graag dat de BTW op groente en fruit verlaagd wordt naar 0%?

Slide 19 - Open vraag

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Waarvoor staat de afkorting BTW?
A
Belasting toegevoegde waarde
B
Belasting toekomende waarde
C
Bruto toegevoegde waarde
D
Bruto toekomende waarde

Slide 21 - Quizvraag

Welk percentage BTW kennen wij niet in Nederland?
A
21%
B
9%
C
6%
D
0%

Slide 22 - Quizvraag

De consumentenprijs voor een knipbeurt bij de kapper is € 18,50. Het BTW-percentage is 9%. Wat is de verkoopprijs exclusief BTW?
A
€ 16,84
B
€ 20,17
C
€ 15,29
D
€ 16,97

Slide 23 - Quizvraag

De verkoopprijs exclusief BTW voor een auto is
€ 19.834,71. Het BTW-percentage is 21%. Wat is de consumentenprijs?
A
€ 23.999,99
B
€ 16.392,32
C
€ 24.000,00
D
€ 21.619,83

Slide 24 - Quizvraag