De batterij heeft dus een spanning van 42 V.
De spanningsregel voor een parallelschakeling zegt dat U1,2 = U3,4 = 42V.
Je kunt nu de stroom door beide takken uitrekenen:
I(1,2) = U/R1,2 = 42 / 30 = 1,4 A
I(3,4) = U/R3,4 = 42 / 70 = 0,6 A
Samen is dit weer de 2 A van de hoofdstroom (stroomregel parallelschakeling)
De stroom door R1 = de stroom door R2 (stroomregel serie) en is dus 1,4 A.
De stroom door R3 = de stroom door R4 (stroomregel serie) en is dus 0,6 A.
Voor de spanningen over de weerstanden geldt nu:
U1 = I * R1 = 1,4 * 10 = 14 V
U2 = I *R2 = 1,4 * 20 = 28 V
Samen is dit weer 42 V dat klopt
met de spanningsregel van serie.