Volgens deze theorie zijn criminelen niet slechter dan andere mensen. Ze hebben alleen verkeerd gedrag aangeleerd.
De theorie verklaart hoe crimineel gedrag van de ene op de
andere persoon wordt overgedragen.
Slide 7 - Tekstslide
Bindingstheorie
Volgens de bindingstheorie hebben mensen met sterke bindingen ervoor dat je goede redenen om crimineel gedrag te vermijden.
Volgens deze theorie zou iemand gemakkelijker tot crimineel gedrag overgaan als hij of zij geen hechte band met mensen en de maatschappij heeft.
Slide 8 - Tekstslide
Rationele-keuze:
Volgens deze theorie vragen mensen zich bij alles wat ze
doen af: wat levert het mij op?
Ook criminelen maken een rekensom: ze wegen de
opbrengst af tegen de risico’s.
We zeggen ook wel: gelegenheid maakt de dief.
Slide 9 - Tekstslide
Anomie theorie:
Volgens deze theorie wordt het in onze westerse samenleving belangrijk gevonden dat je succesvol bent en een goede maatschappelijke positie bereikt. Volgens deze theorie is voor sommigen succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Etikettentheorie
Sommige groepen krijgen van de maatschappij het ‘etiket’ crimineel opgeplakt. Volgens de etikettentheorie
gaan mensen uit deze groepen zich naar dit etiket gedragen.
Hun gedachte is: Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?
Slide 12 - Tekstslide
Neutraliseringstheorie
Volgens deze theorie hebben deze jongeren net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.
Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit.
De schuldgevoelens die achteraf komen, negeren ze. Of ze maken het allemaal minder erg dan het is.