Spelling

verschillende spellingregels door elkaar
Je hoort de s of k maar je schrijft de c
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verschillende spellingregels door elkaar
Je hoort de s of k maar je schrijft de c

Slide 1 - Tekstslide

Deze ....... heeft scherpe stekels

Slide 2 - Open vraag

Wat is de goede hij-vorm van het woord zijn
A
zijt
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 3 - Quizvraag

De scheidsrechter (leiden) de wedstrijd prima

Slide 4 - Open vraag

Wil je ook een glas .......?

Slide 5 - Open vraag

een ...... knipt de kaartjes in de trein

Slide 6 - Open vraag

Zet het werkwoord fietsen in de goede volgorde. ik... hij.... wij... 
verledentijd ik/hij.....  wij......
fiets
fietst
fietsen
fietste
fietsten

Slide 7 - Sleepvraag

De zanger zingt door een .........

Slide 8 - Open vraag

een drankje noem je ook wel een........

Slide 9 - Open vraag

de ...... beoordeelt de zangeres

Slide 10 - Open vraag

(mogen) ik jouw pen lenen?

Slide 11 - Open vraag

De scheidsrechter (leiden) de wedstrijd prima

Slide 12 - Open vraag

Vincent (zijn) veel te laat

Slide 13 - Open vraag

's ochtends eet ik vaak muslie met .........

Slide 14 - Open vraag

Kan jij je met al dat lawaai wel goed ...............?

Slide 15 - Open vraag

Ik (mopperen) bijna nooit

Slide 16 - Open vraag

De goede ik-vorm van schudden is
A
ik schudt
B
ik schudden
C
ik schut
D
ik schud

Slide 17 - Quizvraag

De goede hij-vorm van bloeden is?
A
hij bloet
B
hij bloedt
C
hij bloeden
D
hij bloed

Slide 18 - Quizvraag

jij (braden) het vlees goudbruin

Slide 19 - Open vraag

Als je jarig bent dan wordt je ge..........

Slide 20 - Open vraag

Wat vonden jullie van deze
manier van spelling?

Slide 21 - Woordweb