Hieronder staan twee verschillende interviewverslagen. Wat zijn de verschillen (niet op inhoud) en waarom zou de schrijver voor de ene of juist voor de andere vorm kiezen?
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je benoemen wat een informatieve tekst is en waar een informatieve tekst uit bestaat.
Aan het einde van deze les kun je de verschillende soorten interviewverslagen herkennen.
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg informatieve tekst
Het belangrijkste doel is informeren. De mening van de schrijver speelt niet of nauwelijks een rol.
De tekst bevat vooral feitelijke informatie:
- beschrijvingen van gebeurtenissen
- informatie over zaken die bestaan
- kennis uit onderzoeken
- uitleg.
Slide 5 - Tekstslide
Welke vormen van informatieve teksten kun je noemen?
Slide 6 - Woordweb
Interviewverslag
Een interviewverslag kun je op twee manieren vormgeven:
- letterlijk; je schrijft de vragen op en je schrijft het antwoord letterlijk over.
- samenvattend; je laat de vragen weg en vat antwoorden gedeeltelijk in eigen woorden samen.
Slide 7 - Tekstslide
Samen oefenen
Vraag 3 en 4 op bladzijde 99
Slide 8 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Maak opdracht 2, 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 98-100.
10 minuten in stilte, daarna overleggen
5 minuten voor het einde van de les opdracht 7 bespreken.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je benoemen wat een informatieve tekst is en waar een informatieve tekst uit bestaat.
Aan het einde van deze les kun je de verschillende soorten interviewverslagen herkennen.
Slide 10 - Tekstslide
Welke achtergrondinformatie had je nodig om deze les te begrijpen?