rekenen in de keuken

Rekenen in de keuken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen in de keuken

Slide 1 - Tekstslide

Zo doen we het
 

  • We luisteren naar elkaar.
  • We laten elkaar uitpraten.

Slide 2 - Tekstslide

Programma van vandaag 
Wat 
Hoe
Tijd
start
klassikaal 
05 min
quiz
klassikaal 
15  min
bespreken 
klassikaal 
05  min 
afsluiting 
klassikaal 
05  min

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag 
Aan het einde van deze les kunnen jullie: 
  • meeteenheden benoemen die horen bij het meten van een gewicht.
  • in eigen woorden uitleggen waarom er geen verschil zit tussen grammen en milliliters. 
  • benoemen wanneer rekenen in de keuken wordt gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

wanneer moet je
rekenen in de keuken

Slide 5 - Woordweb

Sleep de juiste meeteenheid naar het juiste vak.
Meet eenheden die WEL een gewicht aangeven
Meet eenheden die GEEN gewicht aangeven 
Gram
KM
ML
KG
Meter
liter
CM
M2
CC
Dam

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is:
200g + 250g
A
400 g
B
0.45 kg
C
450g
D
4.5kg

Slide 7 - Quizvraag

3500g is .....kg
A
3.5 kg
B
0.35 kg
C
35 kg
D
3.5 liters

Slide 8 - Quizvraag

wat weegt een heel brood
A
800 gram
B
80 ons
C
80 pond
D
8 kilogram

Slide 9 - Quizvraag

uitleg volgende vraag 
Een salade heeft de volgende ingrediënten:
250 gram gaar varkensvlees
250 gram augurk
250 gram appel
25 gram ui
100 gram dressing

Slide 10 - Tekstslide

Laat met een berekening zien wat het totaal gewicht is van de salade

Slide 11 - Open vraag

hoeveel personen kunnen van de salade eten als je per persoon 125 g salade opschept.
11 personen
20 personen
12 personen
8 personen

Slide 12 - Poll

sleep de juiste gewicht naar de juiste aantal grammen 
50 gram 
1000 gram
500 gram 
10 gram 
1 gram
een halve ons
1 kg
1 pond 
0,1 kg 
0,001 kg

Slide 13 - Sleepvraag

wat is kleiner
5 liter of 250 cc
A
5 L is groter dan 250c
B
het is hetzelfde
C
250 cc is kleiner dan 5 L

Slide 14 - Quizvraag

kun je volgens jou precies meten met een maatbeker, waarom wel/niet

Slide 15 - Open vraag

herhalen les doelen
  1. Welke meeteenheden horen bij het meten van een gewicht. 
  2. Waarom is er geen verschil tussen milliliters en grammen. 
  3. Wanneer moet je rekenen in de keuken.  

Slide 16 - Tekstslide

wat heb je vandaag geleerd en waarom?

Slide 17 - Open vraag