In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
Keukencalculaties
Inhoud en gewicht
Omrekenen van recepten
Slide 1 - Tekstslide
1200 cl is
A
1,2 liter
B
12 liter
C
12 dl
D
120 dl
Slide 2 - Quizvraag
2800 cc is .... ml
A
28 000
B
2 800
Slide 3 - Quizvraag
Een halve liter is NIET
A
5 dl
B
500 ml
C
5 cl
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel milliliter is 15 deciliter?
A
1,5
B
150
C
1500
D
15000
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel milliliter is 1/4 deciliter?
A
2,5 ml
B
25 ml
C
250 ml
Slide 6 - Quizvraag
Welke 2 inhoudsmaten zijn gelijk aan 0,8 liter?
A
8 dl en 8000 ml
B
8 dl en 800 ml
C
80 cl en 8000 ml
D
800 cl en 8000 ml
Slide 7 - Quizvraag
0
Slide 8 - Video
Een pond
Een kilo
Een ons
1000 gram
500 gram
100 gram
1/2 kilo
10 ons
5 ons
2 pond
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is gelijk aan 3800 g?
A
3,8 kg
B
38 kg
C
0,38 kg
D
380 kg
Slide 10 - Quizvraag
Sleep het juiste gewicht naar het juiste aantal grammen.
50 gram
1000 gram
500 gram
100 gram
1 gram
een halve ons
1 kg
1 pond
0,1 kg
0,001 kg
Slide 11 - Sleepvraag
1250 cc is....
A
1,25 kg
B
12500 g
Slide 12 - Quizvraag
Voor een amuse van gerookte kip met bacon en groene kruiden in een glaasje is 50 gr. mayonaise per persoon nodig. Hoeveel mayonaise heb je nodig als je 10 van deze amuses moet maken?
A
een ons
B
een pond
Slide 13 - Quizvraag
Voor 4 personen zalmsalade heb je o.a. 1/4 deciliter French dressing nodig. Hoeveel milliliter heb je nodig als je dit gerecht voor 12 personen moet maken?
Slide 14 - Open vraag
Voor 4 personen zalmsalade heb je o.a. 150 gram gare zalm nodig. Hoeveel gram heb je nodig als je dit gerecht voor 10 personen moet maken?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Voor de zalmsalade zijn ook winterwortels nodig. Voor 4 personen heb je 125 gram nodig. Je hebt 1 kilo schone winterwortelen. Voor hoeveel personen kun je de zalmsalade maken?
A
8 personen
B
16 personen
C
32 personen
D
64 personen
Slide 17 - Quizvraag
Welke inhoudsmaat is gelijk aan een kilogram?
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Je hebt 100 gram melk nodig. Hoeveel deciliter is dat?
A
0,1 dl
B
1 dl
C
10 dl
D
100 dl
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel weegt dit samen?
A
1000 g
B
100 g
C
500 g
D
250 g
Slide 21 - Quizvraag
Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk
Slide 22 - Quizvraag
Wat weegt 1 kg?
A
fles cola van 1,5 liter
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips
Slide 23 - Quizvraag
Ik weet hoe ik moet rekenen met inhoudsmaten en gewichten.