spelling samenstellingen

Spelling samenstellingen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straks weet je...
  • ...wat een lange afstandsloper is.
  • ...waarom je geen halve finalist wilt zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: Aan het einde van dit blokuur
  • kan je het verschil in betekenis benoemen tussen samenstellingen zonder spatie en woorden met een spatie.
  • kan je de hoofdregel toepassen voor het schrijven van een tussen /n/ in samenstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

laptop
bak
strand
tafel
tas
fiets
bal
kleed
fiets
pen
hond
woord
winkel
bak
hok
boek
station
eindejaar
gebak
koning
hal
loterij
kraam
dag

Wat valt op?
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

laptoptas
bakfiets
strandbal
tafelkleed
fietsenwinkel
pennenbak
hondenhok
woordenboek
stationshal
eindejaarsloterij
gebakskraam
koningsdag
laptop
bak
strand
tafel
tas
fiets
bal
kleed
fiets
pen
hond
woord
winkel
bak
hok
boek
station
eindejaar
gebak
koning
hal
loterij
kraam
dag

  • Samenstellingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
  • Je kunt nieuwe woorden maken door twee of meer bestaande woorden samen te voegen.
  • Het laatste deel bepaalt de betekenis.
  • Soms zonder tussenklank, soms met /en/, soms met een /s/
  • Ken je meer (tussen)vormen? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


een stommefilmacteur / een stomme filmacteur
een warmebakkersdochter / een warme bakkersdochter
een langeafstandsloper / een lange afstandsloper
een vreemdetalenleraar / een vreemde talenleraar
een lange afstandloper / een langeafstandloper

Wat staat hier?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen basisregels
  • Je schrijft een samenstelling als één woord.
  • Je zet geen spatie in een samenstelling.
  • Zet je wel een spatie dan heb je een andere betekenis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht: Wat betekent dit?
2.
1.
3.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht: Wat betekent dit?
  • Ben jij ook wel eens de groentesoep vergeten?
  • Ik heb liever regen.
  • Je moet Nijntje eerst versieren en dan mag je haar pas kussen.
2.
1.
3.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent...
  • rode wijnglazen
  • rodewijnglazen
  • lange afstandsloper
  • halve finalist

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenis: aan elkaar of met een spatie
Dit zijn rode wijnglazen
Dit zijn rodewijnglazen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenis: aan elkaar of met een spatie

Langeafstandsloper
Lange afstandsloper






Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenis: aan elkaar of met een spatie

Langeafstandsloper

Lange afstandsloper






  • loper die lange afstanden loopt.


  •  een afstandsloper die niet klein is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenis: aan elkaar of met een spatie
Waarom wil je geen halve finalist zijn?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenis: aan elkaar of met een spatie
Waarom wil je geen halve finalist zijn?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

individuele opdracht

Schrijf in je schrift 5 andere samenstellingen met een /e/ klank op.
Klaar? 
--> Kijk naar je aantekeningen over de meervoudsregels van zelfstandige naamwoorden (vorige les)



fietsenwinkel
pennenbak
hondenhok
woordenboek

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke samenstellingen hebben jullie bedacht?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke regels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden weet je nog?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

met of zonder 



opdracht
Sleep de woorden op de volgende slide naar het juiste vak
en probeer samen met je buur een regel te ontdekken: wanneer moet er wel of niet een tussen /n/ komt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zonder /N/
met /N/
zonder /N/
zonder /N/
zonder /N/
zonder /N/
met /N/
met /N/
met /N/
met /N/
Hondenriem
Vriendenclub
Trappenhuis
Reuzenrad
Groentesoep
Vitaminepil
Pannenkoek
Gedachtesprong
Ladekast
Secondewijzer

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

               Samengestelde woorden 
met of zonder tussen /n/?
Boekenplank
Vriendenclub


Groentesoep
Secondewijzer
Boek(en) 
Vriend(en)


Groente(s) & Groente(n)
Seconde(s) en Seconde(n)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud van het eerste deel van het woord
Tekst
Groentesoep
Secondewijzer
Gedachtesprong
Ladekast
Vitaminepil

Slide 23 - Open vraag

ziekte
Bedenk samen 3 andere woorden met tussen /n/. Je mag ze ook opzoeken.
Tekst
 vriendenclub
 reuzenrad
 pannenkoek
 hondenriem
 trappenhuis

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk samen 3 andere woorden zonder tussen /n/. Je mag ze ook opzoeken.
Tekst
Groentesoep
Secondewijzer
Gedachtesprong
Ladekast
Vitaminepil

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 1: Ik kan het verschil in betekenis benoemen tussen samenstellingen zonder spatie en woorden met een spatie.

Lesdoel 2: Ik weet de hoofdregel voor het wel en niet schrijven van een tussen /n/ in samenstellingen
Ik heb lesdoel 1 behaald.
Ik heb lesdoel 2 behaald.
Ik heb lesdoel 1 en 2 behaald

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies