schijven les 1 .1 1.2 en 1.3

1         2        3        4       5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1         2        3        4       5

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Taal periode 3 
lesweek 1 
NOT
lesweek 2 
les bibliotheek
lesweek 3 
bibliotheek bezoek
lesweek 4 
genre
lesweek 5
hoofdpersoon
lesweek 6 
vertelperspectief
lesweek 7 
tijd en ruimte
lesweek 8 
pitch van je boek in carrousel 
Aan het einde van periode 4 heb je 4 boeken gelezen.

voor 1 boek kies je een opdracht uit de verwerkingsopdrachten op Itslearning, per opdracht een ander boek! 
Deze lever je in bij periode 1. 



Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen in periode 3 
Voorbereiden op schrijfexamen: 
Instructie
  • Opdrachten maken Nunl 
  • CV schrijven en inleveren op Itslearning
  • Toets schrijven maken dinsdag 18 maart

De 3 onderdelen moeten voldoende zijn afgerond om een positief advies voor Nederlands te krijgen 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijven periode 3 
  • Inschrijven examen CE (PM minimaal 5, check of het een afgeronde 5 is) 
  • Zelfstandig hoofdstuk 2 en examensprinter,  ter voorbereiding op het examen. 
  • Na deze periode inschrijven examen schrijven: periode 4A ( voor 21 februari inschrijven) anders 4B 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

lesdoel 
Je kunt je goed voorbereiden op het schrijven van een langere tekst en je weet hoe de planning van deze periode er uitziet


Slide 7 - Tekstslide

Vandaag
1.1 Voorbereiden
1.2 Uitvoeren
1.3 Controleren en verbeteren
Nunl periode 3 les 1 

Slide 8 - Tekstslide

voorbereiden

Slide 9 - Tekstslide

Welke tekstsoorten ken je allemaal? (behalve recept, gedicht, advertentie)

Slide 10 - Open vraag

Tekstsoorten:
mail, kaartje, uitnodiging, enquête, folder, affiche, poster, flyer, advertentie, gedicht,
zakelijke brief, column, instructie, ingezonden brief, offerte, recept, etiket, memo, zakelijke e-mail, bijsluiter, klachtenbrief
Welke ken je niet?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

schrijven 1.2 uitvoeren

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de 5w+h-vragen?

Slide 17 - Open vraag

Welke toon kun je het best gebruiken voor het volgende doel:
uitnodiging voor jongeren
A
formeel, beleefd, respectvol
B
kritisch, bezorgd
C
populair, eigentijds, enthousiast

Slide 18 - Quizvraag

Welke toon kun je het best gebruiken voor het volgende doel:
informatieve e-mail aan klant
A
formeel, beleefd, respectvol
B
kritisch, bezorgd
C
populair, eigentijds, enthousiast

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Elke volgende alinea in een tekst begint op een nieuwe regel. Er hoeft geen witregel tussen elke alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Maak duidelijke alinea's
  • Gebruik voor elk deelonderwerp minstens één alinea. 
  • Begin een volgende alinea op een nieuwe regel. 
  • Zet bij voorkeur een witregel tussen elke alinea.

Slide 22 - Tekstslide

Schrijven 1.3 controleren en verbeteren

Slide 23 - Tekstslide

 Is je tekst volledig 
Controleer vervolgens op de volgende punten:
  • samenhang, doel en publiek (opbouw, verbanden)
  • woordkeuze (herhaal woorden niet te vaak, bijv door synoniemen te gebruiken)
  • taal -en spelfouten
 controleren en verbeteren

Slide 24 - Tekstslide

schijven les 1 .1 1.2 en 1.3

Slide 25 - Tekstslide