2.4 Organen verteringsstelsel deel

Vandaag
Bepreken huiswerk
Uitleg over de organen van het verteringsstelsel (paragraaf 2.4, bladzijde 42)
Tekenopdracht verteringsstelsel/opdrachten paragraaf 2.3 afmaken

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Bepreken huiswerk
Uitleg over de organen van het verteringsstelsel (paragraaf 2.4, bladzijde 42)
Tekenopdracht verteringsstelsel/opdrachten paragraaf 2.3 afmaken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Uit welke organen het verteringsstelsel bestaan.
Wat de functies van deze organen zijn.
Welke verteringssappen welke voedingsstoffen afbreken. 

Slide 2 - Tekstslide

Het gebit
Het voedsel moet door veel organen in je lichaam, het is daarom prettig als het een makkelijke vorm heeft en glad genoeg is om overal doorheen te komen. Daarom kauw je eerst je eten en komt er speeksel bij.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat voedsel door je darmen?
Je darmen verteren voedsel, maar zijn daarnaast ook spieren. Zo zorgen zij ervoor dat het voedsel door de darm getransporteerd word. Dit doen zij door zich langer en korter te maken, en door zich in de breedte samen te trekken. Dit heet de peristaltische beweging

Slide 4 - Tekstslide

De maag
Door de slokdarm komt het eten in de maag terecht. Hier blijft het twee tot 4 uur zitten. Daarna gat het door je maagportier verder. 
In je maag zitten maagsappen, hier zitten peptidasen (enzymen voor eiwitten) in. Dit word geactiveerd door je maagzuur.
De wand in je maag beschermt je tegen het maagzuur. 

Slide 5 - Tekstslide

12-vingerige darm
Door het maagportier komt het voedsel in de 12-vingerige darm terecht, daar word de voedselbrij ontzuurt en worden er andere verteringssappen aan toegevoegd:
- Je lever maakt gal, wat op kan worden geslagen in je galblaas. Je gal maakt vetdruppeltjes kleiner (het verteert het niet, maar emulgeert het).

- Je alvleesklier maakt alvleessap, dit kan eiwitten, koolhydraten en vetten verteren. 

Slide 6 - Tekstslide

Dunne darm
Al vrij snel komt de voedselbrij in de dunne darm. Hier word darmsap toegevoegd, wat koolhydraten en eiwitten voor het laatst verteren. 

In je dunne darm worden alle belangrijke, verteerde voedingsstoffen opgenomen. Dit betekend dat een dunne darm een groot oppervlakte heeft. 

Slide 7 - Tekstslide

Dunne darm
Al vrij snel komt de voedselbrij in de dunne darm. Hier word darmsap toegevoegd, wat koolhydraten en eiwitten voor het laatst verteren. 

In je dunne darm worden alle belangrijke, verteerde voedingsstoffen opgenomen. Dit betekend dat een dunne darm een groot oppervlakte heeft. 

Slide 8 - Tekstslide

Dikke darm
Als de voedselbrij door de dunne darm is gegaan zijn alle goede voedingsstoffen opgenomen en blijven er alleen afvalstoffen over. Deze poep je uiteindelijk uit. 

In de voedselbrij zit nog wel veel water dat je lichaam niet wilt verliezen. Daarom haalt je dikke darm al het vocht uit je ontlasting. Alle ontlasting word daarna opgeslagen in de endeldarm, waarna je het uitpoept. 

Slide 9 - Tekstslide

Tekenopdracht
Jullie hebben allemaal een tekenblad gekregen van een leeg torso. Jullie gaan een verteringsstelsel tekenen met de volgende onderdelen: Mond (1), slokdarm (2), maag (3), 12-vingerige darm (4), lever (5), alvleesklier (6), dunne darm (7) en dikke darm (8). Geef met een lijn aan welke orgaan het is en schrijf het nummer erbij. Als je klaar bent mag je paragraaf 2.3 in je werkboek afmaken. Bewaar de tekening!

Slide 10 - Tekstslide