Bronnen vermelden

Bronnen vermelden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bronnen vermelden

Slide 1 - Tekstslide

Bronvermelding
  • Als je een verslag schrijft, gebruik je vaak informatie van internet of uit boeken. Als dit zo is, moet je in je verslag vermelden wat de bron van de informatie is.
  • In je bronvermelding schrijf je op waar je de informatie vandaan hebt gehaald en wie de informatie heeft geschreven.
  • De lezer weet dan waar hij moet zoeken als hij meer wil lezen over het onderwerp.

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er in de bronvermelding?

Slide 3 - Open vraag

Waarom moet je een bronvermelding maken?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke informatie over een gebruikt boek
komt in de bronvermelding?
A
titel, schrijver, jaar van uitgifte
B
Titel, schrijver, uitgeverij
C
De schrijver, de naam van het boek en waar en wanneer het boek is uitgegeven.

Slide 6 - Quizvraag

Welke informatie over een tijdschriftartikel
komt in de bronvermelding?
A
De titel van de tekst en de naam van het tijdschrift, waar en wanneer tijdschrift is uitgegeven.
B
De schrijver, de titel van de tekst en de naam van het tijdschrift, waar en wanneer tijdschrift is uitgegeven.
C
De schrijver, de naam van het tijdschrift en waar en wanneer het tijdschrift is uitgegeven.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke informatie over een tekst van een website
komt in de bronvermelding?
A
(Als je die weet) de naam van de schrijver , de naam van de organisatie, de naam van het artikel en de website waar je de tekst kunt opzoeken.
B
De naam van de organisatie, de naam van het artikel en de website waar je de tekst kunt opzoeken.
C
De schrijver, de naam van de website, op welke dag je de site hebt bezocht.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide