4.5 Vergelijkingen oplossen

Welkom
Paragraaf 4.4 Vergelijkingen oplossen

Leg bladzijde 205 voor je open!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 4.4 Vergelijkingen oplossen

Leg bladzijde 205 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert vergelijkingen op te stellen. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door grafieken. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door in te klemmen. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door balansmethode toe te passen. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 3 - Quizvraag

Uitleg theorie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 6 - Open vraag

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 7 - Tekstslide

Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen schat je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt

Slide 9 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 10 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 11 - Quizvraag

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies

Slide 12 - Quizvraag

98000 - 3000 x t = 80000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 13 - Quizvraag

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer
A
je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
B
inklemmen niet werkt
C
je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
D
je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18

Slide 15 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?
De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7

Slide 16 - Tekstslide

3p + 6 = 5p - 2
Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?
p = 0
p = 3
p = 4

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26
A
k = 1
B
k = 2
C
k = 3
D
k = 4

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de oplossing van deze vergelijking:

8a - 3 = 6a+7
A
a = -2
B
a=4
C
a=5

Slide 19 - Quizvraag

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 20 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 21 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 22 - Open vraag

Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Welke methode vind jij nu het makkelijkste
A
Grafieken
B
Balans
C
Inklemmen
D
Ligt aan de vergelijking

Slide 24 - Quizvraag

Tot ziens iedereen

Slide 25 - Tekstslide