Kennen en kunnen SE2

Kennen en kunnen SE2
Hierbij een aantal uitlegfilmpjes! 

Hopelijk hebben jullie er wat aan. Heb je meer nodig, google zelf!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennen en kunnen SE2
Hierbij een aantal uitlegfilmpjes! 

Hopelijk hebben jullie er wat aan. Heb je meer nodig, google zelf!

Slide 1 - Tekstslide

Deze formules krijg je op de toets, die hoef je dus niet te leren, je moet ze wel kunnen gebruiken:

Formules:
  • Omtrek cirkel = π x diameter
  • Oppervlakte cirkel = π x straal x straal
  • Inhoud prisma = oppervlakte grondvlak x hoogte
  • Inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak x hoogte
  • Inhoud kegel = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte
  • Inhoud piramide = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte
  • Inhoud bol = 4/3 x π x straal3

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 (2.3 t/m 2.5) :
Kunnen:
  1. Diagonaalvlak of andere doorsnede op ware grote tekenen.
  2. Lengte van een lichaamsdiagonaal kunnen berekenen.
  3. Aanzichten kunnen tekenen.
  4. Uitslagen van ruimtefiguren herkennen.
  5. Aantal ribben, hoekpunten en zijvlakken van een ruimtefiguur kunnen benoemen.

Kennen:
- Diagonaalvlakken zijn rechthoeken.
- Namen van de ruimtefiguren


Slide 3 - Tekstslide

1. Diagonaalvlak of andere doorsnede op ware grote tekenen.

Slide 4 - Tekstslide

2. Lengte van een lichaamsdiagonaal kunnen berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

3. aanzichten kunnen tekenen

Slide 6 - Tekstslide

4. Uitslagen van ruimtefiguren herkennen
Hieronder een aantal voorbeelden. 
Dit zijn ze niet allemaal (zie hoofdstuk 2)

Slide 7 - Tekstslide

5. Aantal ribben, hoekpunten en zijvlakken van een ruimtefiguur kunnen benoemen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 7

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 7
 Kunnen:
  1. - Lengte-, oppervlakte- en inhoudsmaten kunnen omrekenen
  2. - Oppervlakte kunnen berekenen van de cirkel, driehoek, rechthoek, parallellogram
  3. - Samengestelde figuren in herkenbare delen kunnen verdelen en daarmee de oppervlakte berekenen.
  4. - Omtrek van vlakke figuren kunnen berekenen.
  5. - Oppervlakte van ruimtefiguren kunnen berekenen.
  6. - Inhoud kunnen berekenen van een balk, prisma, cilinder, piramide, kegel en bol.
  7. - Inhoud van samengestelde figuren berekenen door ze in stukken te delen.
  8. - De oppervlakte en inhoud van een vergroting kunnen berekenen met behulp van de vergrotingsfactor.
  9. - De vergrotingsfactor kunnen berekenen met behulp van lengtes, van oppervlaktes of van inhouden.

Slide 10 - Tekstslide

1. Omrekenen lengte

Slide 11 - Tekstslide

1. oppervlakte

Slide 12 - Tekstslide

1. Omrekenen inhoud

Slide 13 - Tekstslide

Oppervlakte cirkel

Slide 14 - Tekstslide

Oppervlakte driehoek

Slide 15 - Tekstslide

oppervlakte driehoek. 

Slide 16 - Tekstslide

Oppervlakte parallellogram

Slide 17 - Tekstslide

3. Samengestelde figuren oppervlakte

Slide 18 - Tekstslide

5. Oppervlakte ruimtefiguren

Slide 19 - Tekstslide

6. Inhoud ruimtefiguren (enkele voorbeelden)

Slide 20 - Tekstslide

8. en 9. Samenvatting vergrotingsfactor

Slide 21 - Tekstslide

H5 en H10
x

Slide 22 - Tekstslide

hellingsgetal en hellingspercentage

Slide 23 - Tekstslide

sinus, cosinus en tangens door elkaar

Slide 24 - Tekstslide

Goniometrie in de ruimte

Slide 25 - Tekstslide