KT1- week 44, les 2 bloedvaten (aneurysma, trombose/embolie en hoge RR/ met medicatie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
      hart- en vaatproblemen                                        

Module 1B
Week 44, les 2
2023-2024
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
      hart- en vaatproblemen                                        

Module 1B
Week 44, les 2
2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  • Herhaling vorige les.
  • Theorie en pathologie bloedvaten waarbij interactief
        Dus: goed inloggen vanuit deze LessonUp!
  • Vanuit pathologie; trombus (trombosebeen, longembolie en
       infarcten of bloedingen), aneurysma en hoge RR/ met 
       medicatie uitleg).
  • Afronden en huiswerk.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat wordt er bedoeld met 'het hart is een autonoom orgaan'?
Waar begint de prikkelgeleiding van het hart?
En wat gebeurt er daarna?
Wat wordt er bedoeld met de diastole?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom klopt ons hart?
Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken

Sinusknoop: Groep cellen in rechter boezem

Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging

Bundel van His: Geeft signalen door

Purkinjevezels: Trekken kamers samen

Diastole: de fase waarin het hart zich ontspant en weer volstroomt met bloed.
BOEKEN
  • Geneesmiddelenkennis: H.7.5 

Zoals in de vorige lessen al aangegeven (herhaling) en dus leren:

  • Medische terminologie Anatomie en fysiologie:
H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en
H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst) 

  • Medische kennis: H.3
  • Eigen spreekuur en chronische ziekte: Hoofdstuk 2 (2.6.3/ 2.9.4/2.15 niet), 9.6


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

introductie korte uitleg bloedsomloop
Bloedvaten
Drie soorten bloedvaten: aders (venen), slagaders (arteriën) en haarvaten (capillairen)

  • Venen: Dunne wand, hebben kleppen, bevatten afvalstoffen en zuurstofarm bloed
  • Arteriën: Dikke elastische wand, geen kleppen, bevatten zuurstof en voedingsstoffen
  • Capillairen: Uitwisseling voedingsstoffen/zuurstof en afvalstoffen


Slide 6 - Tekstslide

Over haarvaten straks meer. 

Waarom kleppen bij aders?
Het hart heeft niet voldoende kracht om het bloed door de venen terug te pompen: vandaar de kleppen en het gebruik van de spierpomp.

Uitzonderingen!
De longslagader is de enige slagader met zuurstofarm bloed
De longader is de enige ader met zuurstofrijk bloed
2

Slide 7 - Video

Let op!
Er zitten tijdens dit filmpje 2 vragen in.
02:01
Latijnse benamingen voor
ader, slagader en haarvaten
zijn?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:07
Waarom hebben haarvaten maar één cellaag ?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Haarvaten

De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.


Als een wand maar 1 cel dik is, noem je dat bloedvat een haarvat. De bloeddruk is in een haarvat heel laag. 

Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.


De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat. 


De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 
Die bloedvaten noem je aders. 
- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het dan met een bloedneus:
Wat kunnen oorzaken zijn van een bloedneus?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vene
Arterie
Dunne wand
Afvalstoffen
Dikke elastische wand
Kleppen
Zuurstofarm bloed
Geen kleppen
Zuurstofrijk bloed

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 13 - Video

Let op! 
Er zijn 6 vragen aan dit filmpje verbonden! Je mag in groepjes overleggen bij een vraag voordat je antwoord geeft.

Poortader: vanaf darmen naar lever en zuurstofarm bloed vervoert.

Slide 14 - Video

korte uitleg poortader
Bloedvaten verbinding vormen tussen 2 organen (leverpoortader). 
= Verbinding tussen darmen en lever.

Functie: Vervoeren van alle stoffen die opgenomen worden door onze darmen die uit ons voedsel komen naar de lever toe.
Vervolgens kan de lever bepaalde stoffen opslaan of verder door het lichaam verspreiden.

Slide 15 - Tekstslide

Ivm een triagevraag dit onderwerp kort toegelicht. Zie meer informatie in de volgende dia
1

Slide 16 - Video

Let op!
Er is 1 vraag aan verbonden
00:00
Verdenking buikaneurysma;
met welke klachten zal de pt. bellen (voordat deze knapt)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 18 - Video

Dr. J. Zuidwijk Ha in Assen
1 vraag aan verbonden

Bij Angiotensine 2  antagonisten: remmen een stofje die de bloeddruk verhoogt, waardoor vaten wijder openstaan en de druk in de bloedvaten daalt. 

Slide 19 - Video

Vervolg filmpje Dr. J. Zuidwijk te Assen.

Medicatie (5x) uitleg voor hoge RR/:
- Wat het doet- en bijwerkingen- 

Diuretica = plaspillen

Betablokkers = klopt hart minder snel

ACE-remmers = bloedvaten wat wijder 

Angiotensine-II- antagonisten: vaten worden wijder (minder bijwerkingen)

Calcium-antagonisten: vaten wijder en hart minder snel.

00:00
Welke `aanpassing` van leefstijl bedoelt dokter J. Zuidwijk precies?

Slide 20 - Open vraag

Thuisarts.nl
Bloeddruk is de druk in uw bloedvaten.

Roken, vet eten, alcohol en overgewicht kunnen uw bloedvaten nauwer en stijver maken. Daardoor kan de bloeddruk hoger worden.

Een te hoge bloeddruk vergroot uw risico op hart- en vaatziekten, zoals op een hartinfarct en een beroerte.

Een hogere bloeddruk kan verder komen door:
overgewicht
roken
veel zout
veel drop
veel alcohol
vet eten
bepaalde medicijnen, zoals sommige pijnstillers (zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac) of corticosteroïden (prednison)
de pil slikken


Belangrijke leefregels zijn:
- stoppen met roken
- meer bewegen
- gezonder eten
- zorgen voor minder stress
Trombus

Slide 21 - Tekstslide

zie filmpje hieronder.
3

Slide 22 - Video

Let op!
Er zijn 3 vragen aan dit filmpje verbonden

DVT - Diep veneuze trombosebeen
Diepliggende aderen in het been (afsluiting door trombus)
00:00
Hoe kan een bloedprop ontstaan?

Slide 23 - Woordweb

te snel stolt of
wanneer het stolt wanneer het niet zou moeten.
01:15
Wat wordt er bedoeld met vertraagde bloedstroom (in dit filmpje)?
A
capillairen
B
Arteriën
C
Venen
D
Aorta

Slide 24 - Quizvraag

C
01:31
Pt. belt met de ass. en benoemd een dik, rood en pijnlijk been te hebben. Welke gerichte vragen stel je om erachter te komen of we hier te maken hebben met een vertraagde bloeddoorstroom?

Slide 25 - Open vraag

operatie (gehad) waarbij minder beweging
ziek door lang in bed te liggen
Vliegen


Denk ook aan andere oorzaken;
hormonen --> zwangerschap en pilgebruik
Verkeerde eetgewoonten
Roken
DM
RR/
Erfelijksfactor
Boezemfibrilleren
andere medicatie gebruik
Stollingsproblemen
Overgewicht
gips om het been kanker, spataderen 

Huiswerk
Leren: Geneesmiddelenkennis: H. 7.5 

Maken:
MBO leren: Hypertensie en diep veneuze trombose en neusbloeding
Cum laude: opdracht week 44 -> bloedvaten

Zoals in de vorige lessen al aangegeven (herhaling) en dus leren:
  • Medische terminologie Anatomie en fysiologie:
H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en
H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst) 
  • Medische kennis: H.3
  • Eigen spreekuur en chronische ziekte: Hoofdstuk 2 (2.6.3/ 2.9.4/2.15 niet), 9.6 Leren: Medische kennis H.3





Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:38
Waarom vervoert een slagader meestal zuurstofrijk bloed?
A
Omdat hij bij de longen vandaan komt.
B
Omdat hij bij het hart vandaan komt.
C
Omdat hij naar het hart toegaat.
D
Omdat hij naar de longen toegaat.

Slide 27 - Quizvraag

B
01:20
In de haarvaten vindt er uitwisseling O2 en CO2 plaats. Hoe kan dat?
Er zijn twee antwoorden correct
A
De haarvaten gebruiken zuurstof.
B
De haarvaten liggen om het orgaan verpakt.
C
De haarvaten zijn erg klein.
D
De wanden van haarvaten zijn erg dun.

Slide 28 - Quizvraag

C en D
03:45
Wat is de Latijnse naam van 5?
A
Arteria pulmonalis
B
Vena pulmonalis

Slide 29 - Quizvraag

A
03:53
Schrijf de juiste antwoorden op bij de cijfers!

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:17
Wat is de functie van de poortader?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

05:36
Beschrijf de route die de bloedcel aflegt van 10 naar 8.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies