In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4.1
Dieren verzorgen - Eten
Slide 1 - Tekstslide
Hoe kauwen dieren?
Planteneters bijvoorbeeld koeien hebben plooikiezen. Vleeseters, bijvoorbeeld een hond, hebben grote scherpe hoektanden en knipkiezen. Alleseters, (ook mensen) hebben snijtanden en knobbelkiezen.
Slide 2 - Tekstslide
Welk dier heeft de langste darmen?
Verteren is het klein maken van voedsel. Dit gebeurt in het verteringsstelsel.
Planten verteren is moeilijk dit lukt alleen als het voedsel lang in het verteringsstelsel zit. Planteneters hebben een extra lang verteringsstelsel. Daarom heeft een koe ook een dikke buik.
Het verteringsstelsel van een mens in middellang, omdat wij alleseters zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waaruit bestaat een kies?
Slide 6 - Tekstslide
Maken
4.1 vraag 1 t/m 8
+ Test jezelf
huiswerk wat niet af is
Slide 7 - Tekstslide
Een dier heeft plooikiezen. Dit dier is een:
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 8 - Quizvraag
Een dier heeft knipkiezen. Dit dier is een:
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 9 - Quizvraag
Wat kun je aan het gebit van dieren zien?
A
In welke omgeving het dier leeft.
B
Wat voor voedsel een dier eet
C
Wat een dier lekker vindt
D
Hoe groot een dier is.
Slide 10 - Quizvraag
In het gebit van een zeehond zitten snijtanden en scherpe kiezen. Ook heeft hij grote hoektanden. Bij welke groep dieren hoort een zeehond?
A
Alleseters
B
Vleeseters
C
Plantenetesr
Slide 11 - Quizvraag
Planteneters eten plantaardig voedsel. Plantaardig voedsel is