1.havo spiegelen en puntsymmetrie

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg je boeken en schriften open op de tafel

Pak je etui erbij.

Ready?

• Is iedereen aanwezig?
  

• Hebben jullie alles mee?

R: Ik weet wat spiegelen in een lijn of een punt is.

Ook weet ik wat puntsymmetrie is

T1: Ik kan een figuur spiegelen in een horizontale of

verticale lijn of in een punt. Ook kan ik puntsymmetrische figuren herkennen

T2: Ik kan een figuur spiegelen in een scheve lijn of zonder rooster. Ook kan ik beredeneren of een figuur puntsymmetrisch is

I: Ik kan onvolledige puntsymmetrische figuren

aftekenen

Leerdoelen

Planning

Herhaling / kort afmaken 1.5

Uitleg 1.hv

Aan de slag (?)

Afsluiting

1.5 lijnsymmetrie

• Lijnsymmetrisch: ?
• de twee helften passen (bij dubbelvouwen) precies  elkaar.
• Spiegelbeeld
• Symmetrieas
• Meerdere symmetrieassen? 

Lijnsymmetrisch figuur afmaken

0. Staat het figuur op een rooster? Tel de hokjes;

1. Teken de loodlijn vanuit elk hoekpunt tot de symmetrieas;

2. Meet de afstand van elk hoekpunt tot de symmetrieas; 

3. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt; 

4. Maak de figuur af.

Voorbeeld.

Draaisymmetrie

Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Draaisymmetrie

Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Draaisymmetrie

Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Het Draaipunt

Draaisymmetrie

Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Het Draaipunt

De kleinste draaihoek

De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen

De kleinste draaihoek

De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen

0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is

1.

De kleinste draaihoek

De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen

0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is

1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past

2.

De kleinste draaihoek

De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen

0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is

1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past

2. 360º : stap 1 = 

Voorbeeld:

Havo - Spiegelen in een lijn

Havo - Spiegelen in een lijn

1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)

2. 

Havo - Spiegelen in een lijn

1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)

2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)

3.

Havo - Spiegelen in een lijn

1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)

2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)

3. Teken de lijnstukken

Havo - Spiegelen in een lijn

1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)

2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)

3. Teken de lijnstukken

Voorbeeld

Havo- Spiegelen in een punt

1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt

2. 

Havo- Spiegelen in een punt

1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt

2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)

3. 

Havo- Spiegelen in een punt

1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt

2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)

3. Teken de lijnstukken

Puntsymmetrie

Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt

Puntsymmetrie

Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt

Centrum

Puntsymmetrie

Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt

Centrum

Altijd draaisymmetrisch over een hoek van 180º

Aan de slag

Maak 1.hv: 113 t/m 117 + 119 + 120 + 122 + 123

Schrijf je vragen op

Denk aan het kritisch nakijken

Je gaat rustig aan het werk!

Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 

Let op! De opdrachten zijn je eigen verantwoordelijkheid.

Vragen?

Leerdoelen behaalt?

R: Ik weet wat spiegelen in een lijn of een punt is. Ook weet ik wat puntsymmetrie is

T1: Ik kan een figuur spiegelen in een horizontale of verticale lijn of in een punt. Ook kan ik puntsymmetrische figuren herkennen

T2: Ik kan een figuur spiegelen in een scheve lijn of zonder

rooster. Ik kan beredeneren of een figuur puntsymmetrisch is

I: Ik kan onvolledige puntsymmetrische figuren aftekenen

Hoe ging de les?

Wat ging goed?

Wat ging minder goed?

Hoe gaan we dit verbeteren?