3.5 Nederland: de zee klopt op de voordeur

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: welke risicogebieden voor
overstromingen ken je?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 3 - Tekstslide

Voor volgende slide: ga naar de website en bekijk het 1e filmpje
Welke plekken in de omgeving hebben volgens jou een overstromingsrisico?

Slide 4 - Woordweb

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 5 - Quizvraag

Groot gedeelte onder NAP

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zou dit nog in Nederland kunnen gebeuren denk je of niet?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

De zeespiegel stijgt
  • Klimaatverandering
  • Inklinking
  • (IJstijd)
Als over een periode van zo’n dertig jaar de klimaatfactoren, zoals temperatuur of neerslag, zijn veranderd.
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 11 - Tekstslide

4 soorten polders
Zeepolders

Veenpolders

Droogmakerijen

Ijselmeerpolders

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Inklinking
  • Om de gebieden bewoonbaar te maken/ te houden moeten ze blijvend het bodemwater wegpompen.
  • Een nadeel is dat de gebieden hierdoor inklinken

Slide 14 - Tekstslide

Inklinken
  • bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • water weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe noemen we deze polder?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 19 - Quizvraag

Zeereep
  • kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • de zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm
  • deze duinen noemt men de zeereep

Slide 20 - Tekstslide

Kustafslag
Duinen worden gevormd door het zand wat op de kust waait.
Door de golven die nu tegen de duinen slaan, breken de duinen af.  Door erosie van het water verdwijnen er stukken duin. 

Slide 21 - Tekstslide

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Duinvervorming
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 25 - Quizvraag

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 26 - Quizvraag

Noem een maatregel die we hebben genomen om ons te beschermen tegen de zee

Slide 27 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 28 - Tekstslide