3.4 Samenwerken & Netwerken

Samenwerken & Netwerken 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ONDERNEMEND GEDRAGMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Samenwerken & Netwerken 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
Aan het einde van deze les:

-weet je wat samenwerken en netwerken is;
-heb je geoefend met samenwerken en netwerken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis
Succesvol omgaan met andere mensen en samen doelen bereiken.

Mensen die goed zijn in samenwerken en netwerken, zijn gericht op anderen en leggen gemakkelijk contact. Zo kunnen ze hun werk beter doen.
Samenwerken en netwerken is geven en nemen: je helpt elkaar.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op je werk samenwerken
Je hebt net een filmpje over samenwerken bekeken.
Met wie werk jij allemaal samen in je (bij)baan?

Schrijf een situatie op de post-it waarbij de samenwerking op je  (bij)baan goed verliep.
Hoe kwam het dat het goed ging?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbelang
In welke situaties is het levensbedreigend als je niet goed samenwerkt?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent samenwerken voor jou?

Hoe kun jij het toepassen in je werk en leven?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samen bereik je meer dan alleen
Klopt niet

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

NETWERKEN

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken,
wat gok je dat het is?
of weet je er al vanaf?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken is.....

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken - Hulp staat centraal
  • Netwerk, een soort spinnenweb van mensen
  • Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
  • Netwerk zorgt voor tips, informatie en nieuwe contacten.
  • Het doel van netwerken is om kennis, informatie en contacten te delen met anderen in het netwerk.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerk  onderhouden
  • Zorg voor regelmatig contact met jouw netwerk.

  • Zorg dat jouw netwerk betrouwbaar is.

  • Het is niet alleen nemen maar ook geven!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale Netwerken
  • Facebook 
  • Instagram
  • Twitter
  • Snapchat
  • Whatsapp
  • Linkedin

  • Pinterest
  • Google+
  • Teams

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie kan je vragen wat het huiswerk is?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stel je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je zoekt een stageplek bij een sportvereniging. Bij wie klop je aan?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw netwerk in kaart brengen
  1. Pak een vel papier
  2. Schrijf in het midden 'IK’
  3. Van daaruit maak je de verbindingen met mensen die jij kent. Schrijf hun naam op (denk ook aan mensen uit het verleden, ook al heb je er geen contact meer mee). 
  4. · Schrijf onder hun naam op waar ze werken.
    (Dat zijn bedrijven waar je contact mee kunt hebben.)
  5. Al die mensen kennen ook weer mensen. Probeer die verbinding ook in te vullen.
    (Je mag verschillende kleuren gebruiken.) 
  6. Schrijf bij je eigen naam wat jij andere kan bieden.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controle vraag:
Het doel van netwerken is om elkaar te helpen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
Ik vond de les?...
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marshmallow Challenge
We maken groepen van maximaal 3 personen. Per groepje gaan  2 mensen de challenge doen en 1 persoon de challenge observeren (bekijkt). 

Slide 27 - Tekstslide

De observators krijgen een observatieformulier waarop richtlijnen staan voor het observeren. 
Marshmallow Challenge - je krijgt:
20 stokjes spaghetti 
1 meter plakband
1 meter touw
een schaar
1 marshmallow

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marshmallow Challenge- spelregels
Bouw in 18 minuten een zo hoog mogelijke toren
De toren staat los op tafel
Het hoogste punt van de toren moet een hele marshmallow zijn

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's go! 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren - Hoe ging het? 
Bouwers
  • Hoe hebben jullie het aangepakt?
  • Hoe ben je begonnen?
  • Hoe hebben jullie samengewerkt?
  • Wie nam de leiding?
  • Wat vinden jullie het resultaat van je eigen groep? 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren - Hoe ging het?
Observators 
Wat gebeurde er in de groep die je hebt geobserveerd?
Hoe heeft de groep het aangepakt?
Hoe waren de taken verdeeld? 
Wat is je opgevallen? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke samenwerkingsvaardigheden heb je ingezet?

Slide 33 - Woordweb

Hier kunnen de studenten met hun telefoon antwoord geven op de vraag. 
Er kan doorgevraagd worden op de manier waarop de studenten de vaardigheden hebben ingezet. 
Welke samenwerkingsvaardigheden wil je ontwikkelen?

Slide 34 - Woordweb

Hier kunnen de studenten met hun telefoon antwoord geven op de vraag. 
Vervolgvraag kan zijn: Waarom wil je deze vaardigheid verder ontwikkelen?
Maak de opdrachten uit 3.4 
Dit is het einde van het klassikale deel van de les.

Je gaat de skill nu oefenen met de opdrachten in je werkboek.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies