Winst deel 2 3M

Geld
Oefenen met winstberekeningen maken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geld
Oefenen met winstberekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

Afzet =
A
Aantal producten
B
verkoopprijs
C
brutowinst
D
nettowinst

Slide 2 - Quizvraag

Je staat op de markt en verkoopt 50 horloges voor € 5 per stuk. Bereken de omzet.

Slide 3 - Open vraag

afzet x verkoopprijs = omzet
50 x € 5 = € 250

Slide 4 - Tekstslide

Omzet = € 250
Je hebt de 50 horloges ingekocht voor € 2. Bereken je brutowinst

Slide 5 - Open vraag

Omzet - totale inkoopwaarde = brutowinst
Totale inkoopwaarde uitrekenen:
50 x € 2 = € 100 

€ 250 - € 100 = € 150

Slide 6 - Tekstslide

Inkoopprijs € 4, brutowinstmarge 45%.
Bereken de verkoopprijs

Slide 7 - Open vraag

Eerst brutowinst berekenen
€ 4 : 100 x 45 = € 1,80  

Dan de verkoopprijs berekenen      
€ 4 + € 1,80 = € 5,80 

Slide 8 - Tekstslide

De verkoopprijs was dus € 5,80, de btw 21%. Bereken de consumentenprijs

Slide 9 - Open vraag

Eerst de btw berekenen
€ 5,80 : 100 x 21 = € 1,22 

Dan de consumentenprijs berekenen
€ 5,80 + € 1,22 = € 7,02

Slide 10 - Tekstslide