Les 4 - gezond leven: eten en sporten & tellen

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les 4  

1. Gezond leven: eten en sporten 

2. Tellen

Lesdoel 

1. After this lesson you are familiar with the words for foods, drinks and some sports activities. You know how to make simple sentences with these words.
   
2. You know how to count until 10

Lekker eten!

Wat is de naam van deze groente?

1. aubergine
2. courgette
3. komkommer
4. paprika

Welke groente is dit?

1. paprika
2. tomaat
3. courgette
4. komkommer

Hoe noem je deze groente?

1. erwt
2. broccoli
3. maïs
4. spinazie

Wat is dit voor groente?

1. peer
2. komkommer
3. paprika
4. citroen

Hoe heet deze groente?

1. rode kool
2. bloemkool
3. spruiten
4. groene kool

Welke groente is dit?

1. 
2. 
3. 
4. 

Deze groente heet?

1. bloemkool
2. broccoli
3. romanesco
4. bosui

Welke groente is dit?

1. courgette
2. komkommer
3. aubergine
4. pastinaak

Wat is de gezondste groente?

1. wortel
2. broccoli
3. spinazie
4. tomaat

Water is gezond

Pedro drinkt water. 

Hij drinkt water.

Luisa, Kofi en Maryam drinken water.

Zij drinken water.

Gezonde drankjes

• water
• thee
• groentesap 

Ongezonde drankjes

• frisdrank (limonade)
• energiedrankjes
• vruchtensap (fruit juices)

Deze drankjes hebben veel suiker. Suiker is ongezond.

Tellen met fruit....mmm.... lekker!

Zeg hardop (say out loud)

Ik koop brood bij de bakker.

Mijn moeder koopt groenten op de markt. 

Wij drinken water uit de kraan.

Fatima eet chips. Dat is lekker maar niet gezond.

zoet

zuur

ZOUT IS FOUT?

Zout

Welk eten is zout?

1. pizza
2. koek
3. kip
4. tomaat

Welk eten is zoet?

1. banaan
2. watermeloen
3. kokosnoot
4. papaya

Welk eten is zuur?

1. avocado
2. kaas
3. asperges
4. grapefruit

Zeg hardop (say out loud)

De jongen eet een zure appel. 

In kaas zit veel zout. 

Max eet drie koekjes. Hij houdt van zoet.

Sport

Sporten is leuk en gezond!

Sporten 

Ik sport - jij sport / sport jij?      Welke sport vind jij leuk ?

De jongen tennist. Hij speelt tennis.

Mijn vriendin voetbalt. Zij speelt voetbal.

Elke donderdag zwemmen de kinderen in het zwembad. Zij zwemmen. 

In het weekend kijken we naar ijshockey op televisie.

=> weekend

Welke zin is goed?

1. ik speelt voetbal
2. ik speel voetbal
3. ik spelen voetbal
4. ik spel voetbal

Schaatsen

In de winter kun je in Nederland schaatsen. Schaatsen is een populaire sport. Kan jij schaatsen?

Vier mensen schaatsen op het ijs 

Schaatsen op de gracht (canal)

Fietsen

In Nederland is fietsen geen sport!

Nee, voor Nederlanders is de fiets het vervoersmiddel (means of transportation) voor jong en oud (young and old).

Fietsen is gezond!

Welke zin is goed?

1. frisdrank is gezond
2. frisdrank is ongezond
3. frisdrank is leuk
4. frisdrank is groente

Welke zin is goed?

1. in kaas ligt veel zout
2. in kaas is veel zout
3. in kaas zit veel zout
4. in kaas staat veel zout

Acht wortels zijn:

1. 
2. 
3. 
4. 

Het weekend is....

1. vrijdag en zaterdag
2. zaterdag en zondag
3. zondag en maandag
4. donderdag en vrijdag

Vlees koop je bij de....

1. bakker
2. groenteman
3. viswinkel
4. slager

Wat is dit?

1. een kiwi
2. boter
3. een aardappel
4. kaas

Hoe heet deze groente?

1. knoflook
2. ui
3. peper
4. wortel

Dit eten is...

1. zoet
2. zuur
3. zout

Fietsen in Nederland is...

1. geen sport
2. een sport

Vlees van een koe heet

1. vis
2. kip
3. koevlees
4. rundvlees

De kinderen eten chips...

1. ZIJ eten chips
2. WIJ eten chips
3. JIJ eten chips
4. IK eten chips

Welke foto is een kraan?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welk eten is gezond?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is gezond?

1. sporten en groenten eten
2. Nederlands leren
3. sporten en vruchtensap drinken
4. sporten, groenten eten, water drinken

Einde van les 4, goed gedaan!