tekstdoelen en tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programma

• Uitleg theorie 
• Oefenen met de stof
• Afsluiting

Vandaag

• Aan het einde van de les ken je alle tekstdoelen noemen.
• Kun je de hoofdgedachte en het onderwerp benoemen
• Kun je voorbeelden van tekstsoorten geven
• Herken je signaalwoorden en tekstverbanden
• Kun je feiten en meningen onderscheiden
  

Tekstdoel

• De schrijver wil met zijn tekst iets bij de lezer bereiken.
• De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.
• Er zijn verschillende tekstdoelen.
• Na het tekstdoel kiest de schrijver een tekstsoort.
• Er zijn verschillende tekstsoorten.

5 tekstdoelen 

1. Vermaken  (fictie)
2. Informeren
3. Overtuigen 
4. Overhalen/ tot handelen aansporen/activeren
5. Leren, instrueren

Informatieve teksten

• Schrijver geeft informatie
• Schrijver is neutraal (= geen eigen mening)
• Schrijver gebruiktfeiten 

Betogende of activerende tekst

Verhalende of amuserende tekst

Onderwerp

• In één of enkele woorden aangeven waar de tekst over gaat

Hoofdgedachte

• Kortste samenvatting van een tekst in één zin
• Meestal in de inleiding of het slot van de tekst

• Om de hoofdgedachte te vinden, moet je de hele tekst lezen
  

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Feiten en meningen

ga naar www.kahoot.it 

Hoe maak je een samenvatting:

1. Lees de tekst één keer zorgvuldig door. Let daarbij op de titels, kopjes en (eventuele) afbeeldingen.

2. Indien er kopjes zijn, ga dan per kopje na wat de kern is. 

3. Schrijf per kopje in je eigen woorden op wat je hebt gelezen.  

4. Controleer op het eind of je alle belangrijke informatie in jouw samenvatting hebt verwerkt en of je nog dingen mist.