19 sept - deel II

• Geschiedenis
• HBO
• Studiejaar 1

12 sept 

15:30u-17u

Programma deze les

1. Bespreken hoorcollege + OOG

2. Mysterie - moord op Ceasar

PAUZE

3. Bespreken artikel van Hooff 

4. Kwadrant - Barbaren

Bespreken hoorcollege

Expansie

Groei, uitbreiding van een gebied of rijk

Kijk achterom! Denk eraan dat u een mens bent. 

Bespreken boek 

Bespreken boek 

Leven als een Romein

??????

Doen

Mysterie - De moord op Gaius Julius Caesar

Wat: Actief Historisch Denken 

Hoe: Leerlingen ordenen informatie om de oorzaken van de moord op Caesar te achterhalen. Ook achterhalen ze de gevolgen van die moord. Knip de kaartjes los. Deze kaartjes moeten jullie lezen en zo verdelen dat je de vragen kunt beantwoorden.

Waarom: Ordenen van informatie en het onderscheiden van oorzaken en gevolgen is belangrijk

voor het vak geschiedenis. 

Bovendien leer je veel over de problemen in 

de Romeinse Republiek.

Nabespreken

Bespreek met de leerling de inhoud van de werkvorm. Doe dit aan de hand van het invulblad. Laat leerlingen niet alleen het antwoord geven, maar vraag ook naar de bronnen waar ze hun informatie uit hebben gehaald. Bij de vragen horen de volgende kaartnummers.

Wie, waar en hoe: 1, 4, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 20

Oorzaken: 2, 5, 6, 12, 18, 23, 25

Gevolgen korte termijn: 3, 8, 10, 21, 24

Gevolgen lange termijn: 19, 22, 24

Pauze

Pauze

Vergeet niet:

Luister podcast Padualaan

Kijk Netflix 'Barbaren'

Opdracht 2: 

artikel van Hooff

Staat centraal voor tentamen

Artikel gelezen?

1. vraag gezamenlijk behandelen

2. Maak een tekening hoe het Clientèle systeem er uit ziet. (Waarom?  visualiseren van kennis).

 

Niet gelezen?

 Nu het artikel gaan lezen.

Buiten dit lokaal. 

Hoofddocent oude geschiedenis Radboud 

 Leg uit dat patriciërs het clientèle systeem gebruikten om hun macht te behouden/verkrijgen.

Doen

Bronnenopdracht over de Romeinen en 'barbaren'

Lees de bronnen samen, we bespreken telkens na iedere bron

Vul het kwadrant samen in

Naam erop en inleveren

bron A

De hoofdgedachte van Bron A is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...

bron B

De hoofdgedachte van Bron B is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...

bron C

De hoofdgedachte van Bron C is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...

bron D

De hoofdgedachte van Bron D is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...

bron E

De hoofdgedachte van Bron E is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...

bron F

De hoofdgedachte van Bron F is (bewondering/minachting en barbaars/beschaafd)...

omdat in de bron staat dat...