Wat is burgerschap
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Vrijheid
Het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet, en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het handelen naar deze basiswaarden op school;
Gelijkheid
Het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de pluriforme, democratische Nederlandse samenleving.
Tolerantie
Het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden.
Sinds 1 augustus 2021 is er een nieuwe wet burgerschapsonderwijs voor basis- en middelbare scholen. Daarmee is de wettelijke verplichting om burgerschapsonderwijs te geven aangescherpt. Dit onderwijs is een vorm van:
A
Socialisatie
B
Representatie
C
Acceptatie
D
Participatie
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sinds wanneer zijn scholen verplicht om burgerschapsonderwijs te geven?
A
2015
B
2000
C
2010
D
2005
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat artikel 1 in de Grondwet over?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vooroordeel
D
Stereotype
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stelling is juist?
1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.
2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.
2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De grondrechten gelden niet voor de politie
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De ideeën over wat een persoon of groep belangrijk vinden in het leven noemen we...?
A
normen
B
waarden
C
tradities
D
regels
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Burgerschapsonderwijs is afhankelijk van onze eigen normen en waarden.
Hoe verhouden docenten zich ten opzichte van elkaar. ( horizontaal)
Hoe verhouden leerlingen zich ten opzichte van elkaar. (horizontaal)
Hoe ga je met autoriteit om. (verticaal)
Wat voor omgangsnormen willen we.
Is er voldoende kennis.
Kan iedereen goed lezen.
Kan iedereen goed rekenen.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Jongeren gaan minder vaak stemmen dan ouderen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de grootste provincie van Nederland?
A
Friesland
B
Gelderland
C
Noord-Brabant
D
Overijssel
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het grootste Nederlandse Waddeneiland?
A
Ameland
B
Terschelling
C
Texel
D
Schiermonnikoog
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
