Lezen H3

Lezen H3 
Argumentatie (1)
blz 74
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H3 
Argumentatie (1)
blz 74

Slide 1 - Tekstslide

1) Als een schrijver zijn lezers wil overtuigen van zijn/haar mening wat voor een soort tekst schrijft hij/zij dan?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Herhaling
Wat zegt de theorie uit het boek. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

1.1a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat.
B
De temperatuur komt vandaag niet boven nul.

Slide 8 - Quizvraag

1.1b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument.
... want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 9 - Quizvraag

1.2a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen.
A
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.
B
Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen.

Slide 10 - Quizvraag

1.2b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument.
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.

A
feitelijk
B
waarderend

Slide 11 - Quizvraag

1.3a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. Jij bent immers dol op natuurfilms.
A
Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou.
B
Jij bent immers dol op natuurfilms.

Slide 12 - Quizvraag

1.3b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument.
Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou.

A
feitelijk
B
waarderend

Slide 13 - Quizvraag

1.4a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen
B
daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.

Slide 14 - Quizvraag

1.4b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; ...
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 15 - Quizvraag

1.5a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar.
A
Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen
B
moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar.

Slide 16 - Quizvraag

1.5b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument?
Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, ...

A
feitelijk
B
waarderend

Slide 17 - Quizvraag

1.6a) Wat is het standpunt in de onderstaande zin?
De gemeente moet hier bomen planten. Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen.
A
De gemeente moet hier bomen planten.
B
Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen.

Slide 18 - Quizvraag

1.6b) Is het argument een feitelijk of een waarderend argument?
Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 19 - Quizvraag

Neem over in jouw schrift
1) Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, (S)
want de temperatuur komt vandaag niet boven nul. (feitelijk)

2)A'dam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. (waarderend)
Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen. (S)

3) Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. (S)
Jij bent immers dol op natuurfilms. (feitelijk)

Slide 20 - Tekstslide

Neem over in jouw schrift
4)  De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen;  (waarderend)
daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival. (S)

5)  Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen,  (feitelijk)
moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar 18 jaar. (S)

6)  De gemeente moet hier bomen planten. (S)
Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen. (waarderend)

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2
Lees de opdracht 1 t/m 6 hieronder en kijk naar de blokjesschema's A t/m D op de volgende pagina (blz 76). 

De pijltjes betekenen 'want'. 

Bepaal van elke argumentatie welk blokjesschema erbij past. 

Slide 22 - Tekstslide

2.1) Ik ben voor de maatschappelijke dienstplicht, want jongeren moeten discipline leren. Ook moeten ze leren dingen te doen voor een ander in plaats van voor zichzelf.
    

Wat is het standpunt?
Wat is of wat zijn de argumenten?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het standpunt?
A
Ik ben voor de maatschap- pelijke dienstplicht
B
jongeren moeten discipline leren
C
ze moeten leren dingen te doen voor een ander i.p.v. voor zichzelf.

Slide 24 - Quizvraag

Welk blokjesschema past dan nu bij deze argumentatie?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quizvraag

Blokjesschema D
Argument: jongeren moeten discipline leren 
Argument: ze leren dingen te doen voor een ander i.p.v. voor zichzelf

Beide argumenten ondersteunen het standpunt. De argumenten ondersteunen elkaar niet. 

Slide 26 - Tekstslide

Maak opdracht 2 + 3


Klaar? 
Lezen in jouw leesboek. 

Slide 27 - Tekstslide