Lezen H3

Lezen
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leert onderscheid te maken tussen standpunt en argument
- Je leert onderscheid te maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
- je leert argumentatie weer te geven in een blokjesschema

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Welkom en introductie (5 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg (argumentatie) (5 min)
- Zelfstandig werken (30 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Standpunt= mening
Argumenten= hiermee onderbouw je jouw standpunt
Aan welke signaalwoorden herken je een standpunt?
Aan welke signaalwoorden herken je argumenten?

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden standpunt:
Ik vind..., volgens ons..., Zij/hij denkt dat..., De schrijver is van mening dat..., onze conclusie is...., dus...., daarom..., kortom....

Signaalwoorden argument
Dat blijkt uit..., immers..., namelijk..., omdat..., de reden hiervoor is..., want...

Slide 5 - Tekstslide

Onderscheid feitelijk en waarderend argument
1. De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
2. Je zou eens een boek moeten lezen, er gaat een wereld voor je open!
3. Ik vind Parijs een mooie stad, want er zijn veel oude gebouwen.
4. Utrecht is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1 en 2 (1 t/m4) blz. 75

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
1 Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, (S)  
want de temperatuur komt vandaag niet boven nul. (A – feitelijk) 
2 Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. (A – waarderend) 
Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen. (S) 
3 Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. (S) 
Jij bent immers dol op natuurfilms. (A – feitelijk) 
4 De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; (A – waarderend) 
daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival. (S) 
5 Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, (A – feitelijk) 
moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar. (S)  
6 De gemeente moet hier bomen planten. (S)  
Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen. (A – waarderend) 

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 
- enkelvoudige argumentatie
- nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 10 - Tekstslide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.

Slide 11 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Het moment van jouw verjaardagsfeestje is niet zo goed gekozen. 
Veel van je vrienden uit HT3S moeten die avond hard studeren. 
Zij hebben de volgende dag een belangrijke geschiedenistoets. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: maak opdracht 2 (blz. 76)  af en maak opdracht 5 (blz. 79)
Hoe: individueel (eventueel op fluistertoon iets aan elkaar vragen)
Klaar: Bedenk een vraag voor een Kahoot-quiz

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt?:
- Je leert onderscheid te maken tussen standpunt en argument 
- Je leert onderscheid te maken tussen feitelijke en waarderende argumenten 
- je leert argumentatie weer te geven in een blokjesschema
HUISWERK: opdracht 2 (blz. 75/76) en 5 (blz. 79)

Slide 14 - Tekstslide