3.2: Koningstijd, Republiek, Keizertijd

3.2: Koningstijd, Republiek, Keizertijd
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.2: Koningstijd, Republiek, Keizertijd

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Afronden 3.1 Julius Caesar.
  • Start 3.2, uitleg over de verschillende bestuursvormen van het Romeinse rijk.
  • Quizvragen over 3.2
  • Aan de slag met opdrachten van 3.2

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les
... weet je wie Julius Caesar was en waarom je hem zou moeten kennen.
... Kun je uitleggen welke vormen van bestuur het Romeinse Rijk gehad heeft en in welke volgorde.
...weet je hoe de Romeinse republiek bestuurd werd.
... Weet je wie keizer Augustus is

Slide 3 - Tekstslide

Julius Caesar:
Wat weet jij nog van hem?
Waarom is hij zo bekend in onze geschiedenis?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van Julius Caesar?

Slide 5 - Open vraag

3.2: Koningstijd, Republiek, Keizertijd
deelvraag: Hoe werd het Romeinse Rijk een monarchie, een republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

Slide 6 - Tekstslide

Koningstijd
laatste koning verjaagd in 509 v.Chr. ( wreed en arrogant)

- nooit mag meer één persoon zoveel macht krijgen.
- macht mag niet meer overgaan van vader op zoon

Slide 7 - Tekstslide

Republiek
elk jaar kozen de Romeinen twee personen als hoogste machthebbers: de consuls

andere bestuursfuncties worden ook elk jaar een even aantal mensen voor gekozen (eerlijke verdeling van de macht)

na hun ambtstermijn komen deze bestuurders in de senaat: adviesraad van 600 rijke en machtige Romeinen. In de republiek bepaalde de senaat de Romeinse politiek

Slide 8 - Tekstslide

Republiek
- adellijke families hebben de macht in Rome, patriciërs.

- plebejers ( alle burgers die geen patriciër zijn) mogen stemmen maar hun stemmen tellen minder dan die van de patriciërs.

- vanaf de vierde eeuw v. Chr. is er nauwelijks verschil in rijkdom tussen patriciërs en plebejers.

- gelijkheid, minstens 1 consul moet plebejer zijn.

- volkstribunen (10) beschermer van de plebejers, kunnen met vetorecht beslissingen tegenhouden.

Slide 9 - Tekstslide

En Julius Caesar dan?
Julius was inmiddels als legeraanvoerder machtiger geworden dan het Senaat en de consuls
Toen hij in 45 v. Chr. alle andere generaals had verslagen, werd hij dictator voor het leven.
Maar daar was niet iedereen het mee eens....

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

keizertijd:
- Na strijd tussen moordenaars en aanhangers van Caesar kreeg Octavianus de macht en herstelde het Senaat.
Later noemde ze hem Augustus

- Senaat geeft advies, dat vaak wordt opgevolgd door de keizer.
- consul en volkstribuun blijven bestaan maar keizer had de macht mét vetorecht
- keizer benoemde  zelf mensen om provincies te besturen, voor financiën en rechtspraak en om legers te leiden.

- keizer vaak vereerd als een god.

- Het volk vond een keizer hebben eigenlijk wel prima, het gaf rust in het rijk!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke volgorde van bestuursvorm klopt?
A
Keizertijd, republiek, koningstijd
B
Republiek, koningstijd, keizertijd
C
Koningstijd, Republiek, keizertijd

Slide 15 - Quizvraag

Wie waren ten tijde van de Republiek de belangrijkste machthebbers?
A
Een koning
B
Een keizer
C
2 conculs
D
het senaat

Slide 16 - Quizvraag

Wie waren er in het begin van de Republiek machtiger?
A
Patriciërs
B
Plebejers

Slide 17 - Quizvraag

Tot wat riep Julius Ceasar zichzelf uit?
A
Koning
B
Keizer
C
Dictator

Slide 18 - Quizvraag

Wie werd de opvolger van Julius Caesar?
A
Marcus Antonius
B
Augustus

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor bestuursvorm kwam er na de dood van Julius Caesar
A
Republiek
B
Monarchie
C
Keizertijd

Slide 20 - Quizvraag

Nu:
Gezamenlijk(?) lezen 3.2: Koningstijd, Republiek, Keizertijd
Maken de opdrachten van 3.2

Slide 21 - Tekstslide