3.6 Het goed hebben en goed doen

Datum:
Vak: Geschiedenis
je weet hoe de moedernegotie, voc en wic bijdroegen aan de economische bloei van de Republiek en hoe daardoor wetenschap tot bloei kwam
Hoe weet hoe welvaart tot uiting kwam in de Gouden Eeuw en kunt dit in voorbeelden herkennen
Bevolkingsgroei, Rijke burgers, schilderkunst
Maken opdrachten bij 3.6 
Bespreken opdrachten, betrouwbaarheid van bronnen
Toetsweek geschiedenis hoofdstuk 3
Leren 3.2 t/m 3.6 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Datum:
Vak: Geschiedenis
je weet hoe de moedernegotie, voc en wic bijdroegen aan de economische bloei van de Republiek en hoe daardoor wetenschap tot bloei kwam
Hoe weet hoe welvaart tot uiting kwam in de Gouden Eeuw en kunt dit in voorbeelden herkennen
Bevolkingsgroei, Rijke burgers, schilderkunst
Maken opdrachten bij 3.6 
Bespreken opdrachten, betrouwbaarheid van bronnen
Toetsweek geschiedenis hoofdstuk 3
Leren 3.2 t/m 3.6 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Hoe weet hoe welvaart tot uiting kwam in de Gouden Eeuw en kunt dit in voorbeelden herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Meer bevolking betekent ook:
  • Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

  • Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Slide 4 - Tekstslide

Rijk...
  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 5 - Tekstslide

Bestuur Republiek
  • Republiek had geen koning 

  • Provinciale staten en Staten-Generaal 

  • Nakomelingen Willem van Oranje: Stadhouder 

Slide 6 - Tekstslide

Wie was de voornaamste opdrachtgever voor kunst voor de reformatie? 

Slide 7 - Tekstslide

Na reformatie: calvinisme verwerpt religieuze beelden/schilderijen. 

Schilders worden afhankelijk van rijke stedelingen en elite

Opkomst van genrestukken 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Rembrandt van Rijn
  • Schilderde levensecht, echte emotie

  • Licht en donker contrast 

  •  Goede 'stofuitdrukking'

  • Populair bij welgestelde kringen

Slide 10 - Tekstslide

Zelfportret Rembrandt
Maakte veel schetsen van gewone mensen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hollands classicisme ca. 1650

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opdrachten: 91, 93, 94, 96 en 97 

Leerboek: 76 en 77
Werkboek: 113, 114

Slide 15 - Tekstslide

Datum:
Vak: Geschiedenis
je weet hoe de Republiek economisch welvarend werd en hoe deze rijkdom tot uiting kwam in de kunst 
Was er welvaart voor iedereen in de republiek? 
Herhaling kunst in de Republiek 
 arm en rijk, positie van vrouwen in de Republiek
Tekst
Tekst
Opdrachten 
Tekst
Tekst

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoel
Was er welvaart voor iedereen in de Republiek?

Slide 17 - Tekstslide

Rijk...
  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 18 - Tekstslide

Na reformatie: calvinisme verwerpt religieuze beelden/schilderijen. 

Schilders worden afhankelijk van rijke stedelingen en elite

Opkomst van genrestukken 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hollands classicisme ca. 1650

Slide 21 - Tekstslide

Lagere volk
  • 'Het grauw', armere bevolking

  • Vergelijking met andere landen minder slecht 

  • door moedernegotie geen grote voedseltekorten

Slide 22 - Tekstslide

Arm en rijk 
  • Bedeling,  gratis brood of turf

  • Middenstand pronken graag met geld 

  • Huizen, kleding en schilderijen

Slide 23 - Tekstslide

Man en vrouw
  • Vrouwen werkten veel zelfstandig in de Republiek 

  • Mannen veelal van huis  

  • Beheerden werkplaatsen en bedrijven 

  • 'De broek aan hebben'

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten
Opdrachten: 98, 100, 101 en 102

Als iedereen klaar is gaan de opdrachten bespreken

Slide 25 - Tekstslide