Formuleren_dubbelop_verwijswoorden_onjuistbegrenzen

Inoefenen formuleren
1. Maak alles individueel
2. Wissel vervolg je laptop uit en probeer vervolgens feedback te geven. 
3. Wat ging er fout? Waar moet je op letten om het beter te doen?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inoefenen formuleren
1. Maak alles individueel
2. Wissel vervolg je laptop uit en probeer vervolgens feedback te geven. 
3. Wat ging er fout? Waar moet je op letten om het beter te doen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van welke soort fout is hier sprake?
Het maakt mij boos dat mensen discrimeren, zoals dat ze migranten uitschelden!
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie
D
Dat/als-fout

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze zin is sprake van...
Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.
A
dubbelop
B
pleonasme
C
foutief verwijswoord

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit het foutief verwijswoord?
Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.
A
hun- want is geen lv
B
hun - want is geen mv
C
haar - want Amsterdam is mannelijk
D
haar-want namen van steden zijn onzijdig

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbeter de zin:
Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze zin is sprake van...
Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.
A
dubbelop
B
Contaminatie
C
foutief verwijswoord
D
Pleonasme

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk soort dubbelop fout is hier sprake?
Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuist herhalen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit de contaminatie?
Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk soort dubbelop fout is hier sprake?
Onze buren zijn vorige maand geheel onverwachts naar elders verhuisd.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuist herhalen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit het pleonasme?
Onze buren zijn vorige maand geheel onverwachts naar elders verhuisd.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van de verschillende formuleerfouten begrijp ik het beste...
A
dubbelop
B
foutieve verwijswoorden
C
dat/als-fout
D
alledrie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin is sprake incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette tot de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang aan getwijfeld.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laptop weg!
Maak uit het boekje de opdrachten die op het bord staan. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van de verschillende formuleerfouten wil ik graag extra oefeningen
A
dubbelop
B
foutieve verwijswoorden
C
dat/als - fout
D
ik snap alles

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We hebben tot nu toe vier formuleerfouten behandeld.
1. Dubbelop 2. Verwijswoorden 3. Dat/als 4. Incongruentie
Over welke wil je nog meer uitleg of heb je nog vragen? Schrijf je vraag helemaal uit!

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling formuleerfouten
1. Uitgewerkte voorbeelden bekijken.
2. Oefenen met het verbeteren van zinnen. 
3. Verschillende opties

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag behandelen we de leerstof van formuleren. Het gaat er vooral om dat we herhalen en oefenen met uitgewerkte voorbeelden. Les 1 is vooral via Lessonup, les 2 is een combinatie van Lessonup en werken met pen en papier!
Hen

  • Als lijdend voorwerp
    Hij mist hen.
    De directeur ontslaat hen.
  • Als meewerkend voorwerp MET voorzetsel.
    De vrouw geeft eten aan hen. Het huis is van hen.
Hun

  • Als bezittelijk vnw.
    Het is hun huis.
    Hun pauze is later.
  • Als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel
    De vrouw geeft hun wat te eten. (Het is hun eten.)
'Hen' of 'hun' 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgewerkt voorbeeld
  • Hun doen altijd zo vervelend tijdens de les!
  • 1. 'hun' is hier het ow van de zin. 
  • 2. Hun als ow -> mag niet!
  • 3. Verbetering: Zij doen altijd zo vervelend tijdens de les!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Als de politie harder optreedt, krijg ze meer gezag op straat
  • 'de politie' -> aanduiding voor groep. 
  • Aanduiding voor groep -> gebruik ev. verwijswoord.
  • Bijv: zij, haar,
  • Als de politie harder optreedt, krijgt zij meer gezag op straat. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verwijsfout is hier gemaakt?
'Als niemand zich aan dit verbod houdt, schaft de schoolleiding hem af.'
A
Verwijsfout
B
Incongruentie
C
Dubbelop
D
Foutieve samentrekking

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbeter deze zin:
'Als niemand zich aan dit verbod houdt, schaft de schoolleiding hem af.'

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord moet op de open plek staan?
'De gemeenteraad besloot tijdens... vergaderingen geen subsidie meer te verlenen aan culturele verenigingen.'
A
haar
B
hun
C
hem
D
zijn

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen welke van de vier categorieën is hier een fout gemaakt?
'Ik heb je gisteren gezien en een antwoord op je vraag.'
A
Gelijkheid in vorm
B
Gelijkheid in plaats
C
Gelijkheid in functie
D
Gelijkheid in betekenis

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jouw spoor
Vorige vraag goed: zelfstandig maken opdracht 1, 2 en 5 van verwijswoorden. (Zie Magister voor de antwoorden)

Vorige vraag fout: samen maken 1, 2 en 5 van verwijswoorden. 

10 minuten lang totale stilte!



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.'

A
Gelijkheid in functie
B
Gelijkheid in plaats
C
Gelijkheid in betekenis
D
Gelijkheid in vorm

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Foutieve samentrekking -getal
Foutieve samentrekking betekenis
Foutieve samentrekking gram. functie
Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken. 
Ik ga vissen en jullie naar de bioscoop
Paul is ziek en naar huis gegaan.

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Type fouten
incongruentie
contaminatie
foutieve samentrekking
De docent gaf het huiswerk op en de mededeling door.
Ik moet die sommen even uitprinten. 
De politie kwamen in opstand tegen de werkdruk.
Die jongen heeft straf en zijn huiswerk niet nagekeken.
De mentor sprak de klas aan over de toetsuitwerkingen die kennelijk rondcirculeren.

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Duitse flitspaal met hoge snelheid passerend deed een rode flits mij krachtig maar te laat op mijn rem trappen.

Verbeter de zin

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies een rij
Raamkant: zelfstandig opgaven maken en nakijken
(Van incogruentie, foutieve samentrekking en foutieve beknopte bijzin min. 1 opdracht helemaal maken & nakijken). 

Midden: uitleg over foutieve samentrekking en verdere vragen. 

Muurkant: oefenen met alle stijlfouten in artikel (zelfstandig).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil je de volgende les nog uitleg over krijgen?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies