2. Wissel vervolg je laptop uit en probeer vervolgens feedback te geven.
3. Wat ging er fout? Waar moet je op letten om het beter te doen?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Inoefenen formuleren
1. Maak alles individueel
2. Wissel vervolg je laptop uit en probeer vervolgens feedback te geven.
3. Wat ging er fout? Waar moet je op letten om het beter te doen?
Slide 1 - Tekstslide
Van welke soort fout is hier sprake? Het maakt mij boos dat mensen discrimeren, zoals dat ze migranten uitschelden!
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie
D
Dat/als-fout
Slide 2 - Quizvraag
In deze zin is sprake van... Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.
A
dubbelop
B
pleonasme
C
foutief verwijswoord
Slide 3 - Quizvraag
Waar zit het foutief verwijswoord? Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.
A
hun- want is geen lv
B
hun - want is geen mv
C
haar - want Amsterdam is mannelijk
D
haar-want namen van steden zijn onzijdig
Slide 4 - Quizvraag
Verbeter de zin: Amsterdam heeft hun met haar grachtengordel en oude binnenstad veel interessants te bieden.
Slide 5 - Open vraag
In deze zin is sprake van... Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.
A
dubbelop
B
Contaminatie
C
foutief verwijswoord
D
Pleonasme
Slide 6 - Quizvraag
Van welk soort dubbelop fout is hier sprake? Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuist herhalen
Slide 7 - Quizvraag
Waar zit de contaminatie? Hij irriteert zich eraan dat hij de fout niet kan ontdekken.
Slide 8 - Open vraag
Van welk soort dubbelop fout is hier sprake? Onze buren zijn vorige maand geheel onverwachts naar elders verhuisd.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuist herhalen
Slide 9 - Quizvraag
Waar zit het pleonasme? Onze buren zijn vorige maand geheel onverwachts naar elders verhuisd.
Slide 10 - Open vraag
Van de verschillende formuleerfouten begrijp ik het beste...
A
dubbelop
B
foutieve verwijswoorden
C
dat/als-fout
D
alledrie
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin is sprake incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette tot de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang aan getwijfeld.
Slide 12 - Quizvraag
Laptop weg!
Maak uit het boekje de opdrachten die op het bord staan.
Slide 13 - Tekstslide
Van de verschillende formuleerfouten wil ik graag extra oefeningen
A
dubbelop
B
foutieve verwijswoorden
C
dat/als - fout
D
ik snap alles
Slide 14 - Quizvraag
We hebben tot nu toe vier formuleerfouten behandeld. 1. Dubbelop 2. Verwijswoorden 3. Dat/als 4. Incongruentie Over welke wil je nog meer uitleg of heb je nog vragen? Schrijf je vraag helemaal uit!