KB 2.2 Botten bewegen

2.1 - Botten
2.1 Botten
Weet je het nog?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.1 - Botten
2.1 Botten
Weet je het nog?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekken
Borstkas
Borstwervels
Halswervels
Handwortelbeentjes
Heiligbeen
Lendenwervels
Middenhandsbeentjes
Middenvoetsbeentjes
Schedel
Staartbeen
Teenkootjes
Vingerkootjes
Voetwortelbeentjes
Wervelkolom

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Botten bewegen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 2.2 botten bewegen:
  • Je kunt de verbindingen van botten noemen en kunt vertellen hoe beweeglijk die zijn.
  • Je kunt de onderdelen van een gewricht benoemen en kunt beschrijven hoe een gewricht werkt.
  • Je kunt de soorten gewrichten noemen en aanwijzen in het skelet.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beenverbindingen:
Vergroeid & naad &
kraakbeen & gewrichten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beenverbindingen:
Geen beweging mogelijk.
Wel beweging mogelijk.
Vergroeid & naadverbinding &
kraakbeen & gewrichten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergroeid
Naadverbinding
Kraakbeen
Gewricht
Geen beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Veel beweging

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:40
Wat maakt het
kraakbeen in de borstkas mogelijk?
A
Gespierd lichaam
B
In- en uitademen
C
Inademen
D
Uitademen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:50
Welke botten vormen
samen het rolgewricht?
A
Ellepijp en spaakbeen
B
Kuitbeen en scheenbeen
C
Opperarmbeen en ellepijp en spaakbeen
D
Pols en ellepijp en spaakbeen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:11
Wat bevind zich in de wervelkolom?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:42
Wat is het meest
beweeglijke gewricht?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Zijn alle 3 even beweeglijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichtsband
Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskom
Gewrichtskapsel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtssmeer
Het gewrichtskapsel is een taai vlies dat helemaal om het gewricht zit. Het houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht. Het maakt gewrichtssmeer.
Gewrichten die zwaar werk moeten verrichten zijn extra verstevigd door gewrichtsbanden.
Het bolle uiteinde van het bot in het gewricht noemen we de gewrichtsknobbel. Ook wel gewrichtskogel genoemd.
Het holle uiteinde van het bot in het gewricht noemen we de gewrichtskom.
Op de uiteinde van de botten (in de kom en op de knobbel) zit een dun laagje kraakbeen. Door dat kraakbeen bewegen botten makkelijk langs elkaar en slijten ze niet.
Door het gewrichtssmeer beweegt het gewricht soepel. Het wordt gemaakt door het gewrichtskapsel.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

_________
Gewrichtsband
Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer
Kraakbeen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak:

Leren: 2.1 & 2.2 = blz. 55 t/m 75
Maken: opdrachten 2.2 = blz. 67 t/m 75
               Verplicht: 3 t/m 15

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 2.3 goed door.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gewricht
kraakbeen
naad-verbinding
vergroeiing

Slide 19 - Sleepvraag

Opdracht 5
Hoe heten de beenverbindingen in je hand?
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbindingen
D
Vergroeid

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht 7
Tel hoeveel gewrichten je hebt in de vingers en duim van één hand.
Hoeveel tel jij er?
A
9
B
10
C
14
D
15

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweeg je vingers op alle mogelijke manieren. Beweeg daarna je duim. Welke beweging kan een duim veel beter maken dan je vingers?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door deze draaibeweging kan je iets heel goed met je handen. Met je voeten kan je dat veel minder goed. Wat kunnen je handen wel heel goed?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf de onderstaande beweging.
Welk type gewricht zorgt voor deze beweging.
Je knie buigen en strekken:
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Zijn allemaal goed.

Slide 24 - Quizvraag

Uit KGT boek
Welke botten zijn onderdeel van de gewrichten voor onderstaande bewegingen?
Je knie buigen en strekken:
A
Dijbeen en heupbeen
B
Dijbeen en kuitbeen
C
Dijbeen en scheenbeen
D
Dijbeen, knieschijf en scheenbeen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf de onderstaande beweging.
Welk type gewricht zorgt voor deze beweging.
Met je been heen en weer zwaaien:
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Zijn allemaal goed.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke botten zijn onderdeel van de gewrichten voor onderstaande bewegingen?
Je been naar voren en naar achteren zwaaien
A
Dijbeen en heupbeen
B
Dijbeen en kuitbeen
C
Dijbeen en scheenbeen
D
Dijbeen, knieschijf en scheenbeen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht:
Vergelijk de skeletten van 
vissen, vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur dezelfde botten in dezelfde kleur.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur (met potlood)
dezelfde botten in 
dezelfde kleur.
Zoogdieren
Vissen
Vogels
Amfibieën
Reptielen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Vissen
Al deze skeletten hebben veel overeenkomsten.

Schrijf onder de groepen de naam.

Kleur (met potlood)
dezelfde botten in 
dezelfde kleur.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies