Les 3: dieren

Les 3: dieren
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3: dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
- Herhalingsopgaven
- Extra uitleg
- Opgave over dieren
- Filmpje

Slide 3 - Tekstslide

In de afbeelding zie je twee katten. Deze katten kunnen zich samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen.

Horen deze twee katten bij dezelfde soort?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Een labrador en een poedel horen bij dezelfde soort.

Kunnen een labrador en een poedel samen jongen krijgen die zich weer kunnen voortplanten?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Een tijger en een leeuw horen niet bij dezelfde soort. Toch kunnen een tijger en een leeuw samen jongen krijgen, die jongen noem je lijgers.

Kunnen lijgers zich samen voortplanten?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding zie je vier zoogdieren en de indeling van enkele andere zoogdieren. Drie dieren zijn de kroonmaki, de kroonsifaki en de rode vari.

Hoe zijn deze dieren verwant aan de ringstaartmaki, in volgorde van veel naar weinig verwantschap?
A
kroonsifaki - kroonmaki - rode vari
B
kroonsifaki - rode vari - kroonmaki
C
kroonmaki - kroonsifaki -rode vari
D
kroonmaki - rode vari - kroonsifaki

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste woord.
Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde, des te meer/minder ze verwant zijn.
A
meer
B
minder

Slide 8 - Quizvraag

Welk organisme is het meest verwant aan een bruine beer: een noordzeegarnaal of een tropische vis?
A
Noordzee garnaal
B
tropische vis

Slide 9 - Quizvraag

Langs de kust worden krabben gevangen om door de mens te worden opgegeten. Er bestaan krabben met een dun pantser en krabben met een dik pantser. Mensen vangen alleen krabben met een dun pantser, omdat die makkelijker klaar te maken zijn.

Is het vangen van alleen krabben met een dun pantser een voorbeeld van selectie of variatie?



A
selectie
B
variatie

Slide 10 - Quizvraag

Langs de kust worden krabben gevangen om door de mens te worden opgegeten. Er bestaan krabben met een dun pantser en krabben met een dik pantser. Mensen vangen alleen krabben met een dun pantser, omdat die makkelijker klaar te maken zijn.

Is het bestaan van krabben met een dun en met een dik pantser een voorbeeld van selectie of variatie?

A
selectie
B
variatie

Slide 11 - Quizvraag

Het dierenrijk
Er zijn meer dan 1,3 miljoen nog bestaande diersoorten bekend. De meeste daarvan zijn insecten. Belangrijke kenmerken bij de indeling van dieren zijn de symmetrie en het skelet.

Slide 12 - Tekstslide

Twee gelijke helften
De stoel in de afbeelding bestaat uit twee helften. De helften zijn elkaars spiegelbeeld. De stoel is symmetrisch. Een symmetrisch voorwerp kun je in twee gelijke helften verdelen.

Slide 13 - Tekstslide

Symmetrie
Bij veel organismen is de lichaamsbouw symmetrisch. Maar de helften zijn bijna nooit precies gelijk aan elkaar. Het lichaam van een mens bijvoorbeeld lijkt aan de buitenkant symmetrisch. De organen liggen echter niet symmetrisch. De maag ligt in de linkerhelft en de lever in de rechterhelft van het lichaam. Toch noemen we in de biologie een mens symmetrisch.

Slide 14 - Tekstslide

Drie type symmetrie
Het gezicht van het meisje in afbeelding op de vorige slide kun je maar op één manier in twee gelijke helften verdelen. Haar gezicht is tweezijdig symmetrisch. Veel soorten dieren zijn tweezijdig symmetrisch. Een voorbeeld is een kever (zie afbeelding 1). Andere soorten dieren zijn veelzijdig symmetrisch. Deze dieren kun je op meer manieren in gelijke helften verdelen. Een voorbeeld is een zeester (zie afbeelding 2). Sommige dieren kun je niet in twee gelijke helften verdelen. Deze dieren zijn niet symmetrisch. Een voorbeeld is een spons (zie afbeelding 3).

Slide 15 - Tekstslide

Skelet
Veel dieren hebben stevige delen in hun lichaam. Deze delen geven stevigheid en bescherming. De stevige delen noem je het skelet van het dier.

In de afbeelding zie je verschillende soorten skeletten:
- Uitwendig skelet: een mossel, een huisjesslak en een lieveheersbeestje hebben een skelet aan de buitenkant van hun lichaam.
- Inwendig skelet: bij een spons, een zeekat en een mens zit het skelet in het lichaam.
Er zijn ook dieren zonder skelet, bijvoorbeeld een kwal. Dieren zonder skelet leven meestal in het water.




Slide 16 - Tekstslide

6 afdelingen

Slide 17 - Tekstslide

6 afdelingen

Slide 18 - Tekstslide

6 afdelingen

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noem je dieren die je in twee gelijke helften kunt verdelen?

Slide 20 - Open vraag

Een dier dat je op meerdere manieren in twee gelijke helften kunt verdelen, is ...
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 21 - Quizvraag

Een dier dat je op één manier in twee gelijke helften kunt verdelen, is ...
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 22 - Quizvraag

Een dier dat je op geen enkele manier in twee gelijke helften kunt verdelen, is ...
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 23 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een spons, een zee-egel en een krokodil.
Schrijf van elk dier op welke symmetrie of juist niet het dier heeft.
1. De spons is ...
2. De zee-egel is ...
3. De krokodil is ...

Slide 24 - Open vraag

Vul de zinnen aan.
In afbeelding 1 zie je gepelde garnalen. Het deel dat je van de garnaal pelt, is het ..................  De functie hiervan is stevigheid en .................. Uit afbeelding 2 blijkt dat een garnaal een ...................... skelet heeft. Een vis heeft graten aan de binnenkant van het lichaam. Dat heet een ....................... skelet. Er zijn ook dieren zonder skelet, bijvoorbeeld een .....................
bescherming
inwendig
skelet
uitwendig
zee-anemoon
krab
slang

Slide 25 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je het skelet van een dier.

Tot welke groep behoort dit dier?
A
geleedpotige
B
gewervelden
C
stekelhuidigen
D
weekdieren

Slide 26 - Quizvraag

Welke dieren zijn tweezijdig symmetrisch?
gele buisspons - inktvis - kwal - spin - zandhagedis - zeekomkommer

Slide 27 - Open vraag

Zet onder elke foto een kenmerk van de groep.
Zet onder elke foto de naam van de groep.
groep
groep
groep
groep
groep
groep
kenmerk
kenmerk
kenmerk
kenmerk
kenmerk
kenmerk
sponsdieren
stekelhuidigen
geleedpotigen
neteldieren
weekdieren
gewervelden
vangen hun prooi met tentakels
de huid is meestal bedekt met stekels en knobbels
het skelet is een pantser
inwendig skelet
meestal een schelp of huisje als skelet
stevige hoornvezels tussen de cellen

Slide 28 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je het skelet van een spons, een kreeft en een octopus.

Heeft de spons een inwendig of uitwendig skelet? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open vraag

Geef twee kenmerken van de kreeft.

Slide 30 - Open vraag

Een kreeft behoort tot de:

Slide 31 - Open vraag

In de afbeelding zie je een octopus. Een octopus heeft twee ogen en acht vangarmen.
Een octopus is ...
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 32 - Quizvraag

Biologen schatten dat er ongeveer 8 miljoen diersoorten zijn. Daarvan zijn ongeveer 1,3 miljoen diersoorten bekend en beschreven. Vooral heel veel kleine diersoorten zijn nog niet ontdekt. In de afbeelding zie je een verdeling van de bekende soorten per diergroep in procenten (%). Elk streepje stelt 1% voor. Het totale cirkeldiagram is 100%. Reken uit hoeveel soorten geleedpotigen er ongeveer zijn.

Slide 33 - Open vraag

Geef een reden waarom de meeste soorten gewervelden al ontdekt zijn, maar heel veel soorten geleedpotigen nog niet.

Slide 34 - Open vraag

Een leerling leest in het cirkeldiagram af dat de hoeveelheid sponsdieren 1% is. De leerling berekent dat op de aarde dus 0,01 × 1 300 000 = ongeveer 13 000 sponsdieren leven.

Leg uit wat hier niet klopt.

Slide 35 - Open vraag

Naaktslakken hebben geen slakkenhuis (zie afbeelding).

Hebben naaktslakken wel een inwendig skelet?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quizvraag

Een functie van het skelet is bescherming.
Tegen welke twee factoren hebben naaktslakken geen bescherming?

Slide 37 - Open vraag

Waarom worden naaktslakken actief als het heeft geregend of als de grond vochtig is?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Lees de tekst ‘Listige dief steelt wapens en voedsel op slide 39.

De zeenaaktslak is ...
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmertisch

Slide 40 - Quizvraag

Lees de tekst ‘Listige dief steelt wapens en voedsel op slide 39.
Tot welke stam van het dierenrijk behoren de hydropoliepen? Leg je antwoord uit.

Slide 41 - Open vraag

Lees de tekst ‘Listige dief steelt wapens en voedsel op slide 39.
Hydropoliepen maken gifstoffen, net als veel andere dieren uit dezelfde stam. Schelpdieren en kreeften maken meestal geen gifstoffen ter verdediging.
Leg uit waardoor dieren uit de stam van de hydropoliepen wel vaak gifstoffen maken ter verdediging, en schelpdieren en kreeften niet.

Slide 42 - Open vraag

Lees de tekst ‘Listige dief steelt wapens en voedsel op slide 39.
Het voedsel van kleine zeediertjes bestaat vooral uit organismen met bladgroenkorrels uit het rijk chromista.
Leg uit dat het voedsel van de zeenaaktslak uiteindelijk afkomstig is van fotosynthese.

Slide 43 - Open vraag

Lees de tekst ‘Listige dief steelt wapens en voedsel op slide 39.
Het zoöplankton (kleine zeediertjes) beweegt ’s avonds van diepere waterlagen naar ondiep zeewater. ’s Morgens vroeg keert het weer terug naar diepere waterlagen van de zee.

Leg uit dat zoöplankton ’s avonds naar ondiep zeewater beweegt en ’s morgens vroeg weer terugkeert naar diepere waterlagen om te overleven.

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link

Slide 47 - Link

Slide 48 - Video