Futurisme

1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Beeldaspect LIJN

lijnsoorten
lijndikte
lijnvoeringen
lijngebruik / toepassing
lijnlichtingen

. . . . . .

Slide 13 - Tekstslide

Beeldaspect COMPOSITIE
grondlijnen
bewegings suggestie:
statisch / dynamisch
compositiesoorten:
driehoeks
centraal
diagonaal
a- / symmetrisch
overall
ritme / herhaling / patroon
. . . . . . 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke beeldaspecten vallen op in de kunstwerken van het Futurisme?
(Licht, kleur, ruimte, compositie, vorm, beweging, textuur)

Slide 20 - Open vraag

Leg uit wat er opvalt aan de VORM in deze kunstwerken.

Slide 21 - Open vraag

Leg uit hoe ze BEWEGING laten zien in deze werken.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

?
A
futurisme
B
kubisme

Slide 24 - Quizvraag

Hoe wordt er beweging gecreëerd?

timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Futurisme
Technologie in beweging
* technologische vernieuwingen
* meerdere momenten in een beeld
* snelheid en dynamiek
* weg met oude vormentaal!
* weg met traditie en burgerlijkheid!

Slide 30 - Tekstslide

vormtaal gelijk aan kubisme
                                                                       geometrische vormen
                                                          gefragmenteerd


                                           ( Geestesgesteldheden, 
Umberto Boccioni)

Slide 31 - Tekstslide

beweging en snelheid
Luigi Russolo 
Auto op snelheid

Slide 32 - Tekstslide

Onderwerpen: auto's, machines, steden, moderne techniek

Slide 33 - Tekstslide

                             Fel kleurgebruik
                                                 Dynamiek van een fietser
                                 Umberto Boccioni

Slide 34 - Tekstslide

Krachtlijnen om snelheid te benadrukken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

                         beweging in beeld

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

DRIEHOEKS
COMPOSITIE
Een driehoekscompositie heeft de belangrijkste elementen in de vorm van een al dan niet zichtbare driehoek staan.

De dingen in de top van zo’n compositie zien er belangrijk uit.
LET OP: een getekende driehoek op een papier maakt geen driehoek-compositie, bij een compositie gaat het altijd om de positie van verschillende vormen samen.
Andrew Hem sillestsquid

Slide 39 - Tekstslide



Het is een overall compositie, want
er gebeurt overal wat. Er is geen aandachtspunt, alles is even belangrijk.

Er zit vaak herhaling in, dit zorgt voor een bepaald ritme.
OVERALL COMPOSITIE

Slide 40 - Tekstslide

CENTRAAL COMPOSITIE
Leonardo da Vinci Mona Lisa

Bij een centrale compositie staat het belangrijkste element in het midden van het beeldvlak. Een centrale compositie heeft een punt (meestal in het midden van het beeldvlak) waar alle elementen in het vlak naar toe wijzen. Het is daarom ook vaak een symmetrische compositie.

Slide 41 - Tekstslide

Centrale compositie 
(je aandacht wordt naar het midden van de foto getrokken)
Diagonale compositie 
(de belangrijkste lijn in de foto is diagonaal = schuin)

Slide 42 - Tekstslide

SYMMETRIE
Bij een symmetrische compositie wordt een deel van het beeld gespiegeld rond een (of meerdere) symmetrieas(sen). De spiegeling hoeft niet heel nauwkeurig te zijn, het gaat meer om een gelijkmatige verdeling van de beide kanten van de as.
Gottfried Helnwein Head of a child III

Slide 43 - Tekstslide

Rustig/statisch
Onrustig/dynamisch

Slide 44 - Tekstslide

Wat zijn zuivere/verzadigde kleuren?
A
Kleuren die niet gemengd zijn
B
Kleuren die gemengd zijn
C
Kleuren die niet gemengd zijn met wit of zwart
D
Kleuren die gemengd zijn met wit of zwart

Slide 45 - Quizvraag

OPTISCHE KLEURMENGING
Kleuren worden met stipjes of streepjes naast elkaar op het doek gezet. Van dichtbij zie je de kleuren duidelijk apart, maar op een afstand lijken de kleuren in elkaar te vloeien: de kleuren worden op het netvlies in je oog gemengd.

Slide 46 - Tekstslide

Het Futurisme is een dynamische kunststijl.

Slide 47 - Tekstslide

Vraag 3
Leg uit hoe het kleurgebruik in dit schilderij bijdraagt aan het dynamische karakter.

Slide 48 - Tekstslide

Antwoord
- Door het gebruik van veel verschillende kleuren door elkaar
- Door contrastrijke, levendige  kleuren te gebruiken

Slide 49 - Tekstslide

Het gebruik van de hoeveelheid kleur verandert de energie van een werk. Deze twee werken lijken heel veel op elkaar, maar de linker heeft een rustiger energie door meer groen te gebruiken, de rechter heeft een dynamischer energie door meer geel te gebruiken

Slide 50 - Tekstslide

Met kleur kun je ook een pad banen voor de beschouwer. Op die manier loods je hem door jouw werk door te spelen met kleur. Hier gebeurt dat onder meer door de highlights op het water en het heldere groene mos op de stenen. 
Met kleur bepaal jij dus wat je wilt dat de beschouwer ziet

Slide 51 - Tekstslide

KLEUR IN BEWEGING

Slide 52 - Tekstslide

DOEL : 
Aan het einde van deze opdracht kun je je eigen verf kleuren mengen in een kleurverloop. 

Slide 53 - Tekstslide

Stappenplan mens vorm 
  • Je trekt de omtrek van je mens over op stevig papier.
  • Deze vorm knip je netjes uit. 
  • Op een A3 papier trek je deze uitgeknipte vorm 5 keer over , vlak naast elkaar zodat er een herhaling ontstaat.
  • Laat deze stappen controleren door je docent en zet je naam op je werk. 

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Video