Omnia College - ENG - klas 1 oefenen voor toets Fashion bb/bk

Fashion (th 3) klas 1 bb/kb
practise for the test
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Fashion (th 3) klas 1 bb/kb
practise for the test

Slide 1 - Tekstslide

fel
A
bright
B
safe
C
only
D
grey

Slide 2 - Quizvraag

aanbieding
A
safe
B
season
C
offer
D
choose

Slide 3 - Quizvraag

rok
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

passen
A
to borrow
B
to prefer
C
to choose
D
to fit

Slide 5 - Quizvraag

Meervoud van 'photo' in het Engels
A
photoes
B
photo's
C
photos
D
photoos

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud van 'shoe' in het Engels
A
shoes
B
shoies
C
shoeos
D
shoe's

Slide 7 - Quizvraag

Engels meervoud
NOOIT
A
es
B
's
C
oes
D
s

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud van 'story' :
A
storie's
B
stories
C
story's
D
storys

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van 'foot':
A
feet
B
feeth
C
fooths
D
feets

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud van 'life':
A
lifes
B
life's
C
lives
D
live's

Slide 11 - Quizvraag

meervoud van 'day'
A
day's
B
days
C
daies
D
dayes

Slide 12 - Quizvraag

vertaling van:
Jij draagt vandaag een broek.
A
You wear pants today.
B
You wearing pants today.
C
You are wearing pants today.
D
You are wearing today pants.

Slide 13 - Quizvraag

Wat was de vraag?
.... Yes, I'm happy.
A
You happy are?
B
Is you happy?
C
Happy you are?
D
Are you happy?

Slide 14 - Quizvraag

Vraag of jij alles hebt:
A
Have you got everything.
B
Have you got everything?
C
Have you everything?
D
Got you everything?

Slide 15 - Quizvraag

a ....
A
house
B
elephant
C
hour
D
old school

Slide 16 - Quizvraag

an ...
A
hospital
B
orange notebook
C
cat
D
mouse

Slide 17 - Quizvraag

Paula (a girl): This is ..... bike.
A
his
B
your
C
her
D
my

Slide 18 - Quizvraag

My parents: This is ..... house.
A
your
B
my
C
our
D
their

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling?
'misschien'
A
heavy
B
safe
C
maybe
D
of course

Slide 20 - Quizvraag

vertaling:
'verkopen'
A
to sell
B
to buy
C
to get
D
to carry

Slide 21 - Quizvraag

vertaling:
'iemand'
A
bully
B
cousin
C
anyone
D
these

Slide 22 - Quizvraag

vertaling van:
Palma draagt nu een groene trui.
A
Palma wears a green sweater now.
B
Palma wearing a green sweater now.
C
Palma now is wearing a green sweater.
D
Palma is wearing a green sweater now.

Slide 23 - Quizvraag

The End

Slide 24 - Tekstslide