- hoe ik informatie uit de tekst haal - ken ik meer woorden rondom parachutespringen
Tip: als een met een telefoon deze les gaat doen, houdt de telefoon dan horizontaal.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Aan het einde van de les weet ik:
- hoe ik mij kan oriënteren op een tekst
- hoe ik informatie uit de tekst haal - ken ik meer woorden rondom parachutespringen
Tip: als een met een telefoon deze les gaat doen, houdt de telefoon dan horizontaal.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Oriënteren op de tekst
Oriënteren betekent: lees de titel, bekijk eventuele plaatjes, lees de inleiding en het slot van
de tekst.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet jij al van parachutespringen?
Slide 4 - Woordweb
Waar denk je dat tekst C over gaat?
A
over vliegen
B
over een noodsituatie
C
over een parachutesprong
D
over een paracentrum
Slide 5 - Quizvraag
Wat wil de schrijver met tekst C?
A
de lezer amuseren
B
de lezer informeren
C
de lezer overhalen
D
de lezer leren hoe je iets moet doen
Slide 6 - Quizvraag
Waar zou deze tekst waarschijnlijk gestaan hebben?
A
in een verhalenboek
B
in een schoolkrant
C
op een website over soorten vliegtuigen
D
in een folder
Slide 7 - Quizvraag
Waarom zijn de regels onderaan de tekst met kleine letters geschreven? * Niet bij de basisprijs inbegrepen. * Bij regen of harde wind wordt de sprong geannuleerd.
A
dat kost minder inkt
B
die regels zijn niet belangrijk
C
dat zal per ongeluk gebeurd zijn
D
die regels helpen niet mee aan het overhalen van de lezer om te reserveren
Slide 8 - Quizvraag
Informatie
Op welke vraag geeft de tekst geen antwoord?
A. naar welk nummer je kunt bellen
B. wat de basisprijs is
C. hoe lang de sprong duurt
D. of familieleden mogen komen kijken
Slide 9 - Tekstslide
Op welke vraag geeft de tekst geen antwoord?
A
naar welk nummer je kunt bellen
B
wat de basisprijs is
C
hoe lang de sprong duurt
D
of familieleden mogen komen kijken
Slide 10 - Quizvraag
Woordenschat
Wat is een jumpmaster?
A. de telefonist, die je reservering opneemt
B. degene die vanaf de grond kijkt of de sprong goed verloopt
C. de bestuurder van het vliegtuig
D. de instructeur, aan wie je vastgekoppeld zit tijdens de sprong
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een jumpmaster?
A
de telefonist, die je reservering opneemt
B
degene die vanaf de grond kijkt of de sprong goed verloopt
C
de bestuurder van het vliegtuig
D
de instructeur, aan wie je vastgekoppeld zit tijdens de sprong
Slide 12 - Quizvraag
Woordenschat
Lees: Die zorgt... t/m ... prachtige panorama. (r. 12-13)
Wat is een panorama?
A. wijds uitzicht naar alle kanten
B. een frisse lucht
C. de afstand tot de grond
D. een gevoel van vrijheid
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een panorama?
A
wijds uitzicht naar alle kanten
B
een frisse lucht
C
de afstand tot de grond
D
een gevoel van vrijheid
Slide 14 - Quizvraag
Woordenschat
Lees: Voor een... t/m ...wordt gezorgd. (r. 16)
Een overall is een soort...
A. parachute
B. vliegtuig
C. schoen
D. beschermende kleding
Slide 15 - Tekstslide
Een overall is een soort...
A
parachute
B
vliegtuig
C
schoen
D
beschermende kleding
Slide 16 - Quizvraag
Woordenschat
Lees: Voor een... t/m ...wordt gezorgd. (r. 16)
Een overall is een soort...
A. parachute
B. vliegtuig
C. schoen
D. beschermende kleding
Slide 17 - Tekstslide
In welk geval is er voor de tandemsprong schriftelijke toestemming van je ouder(s) of verzorger(s) nodig?
A
als je kleiner bent dan één meter veertig
B
als je gezondheidsklachten hebt
C
als je zeventien jaar of jonger bent
D
als je zelf geen veiligheidshelm hebt
Slide 18 - Quizvraag
Informatie uit een tekst halen
Zoek in de tekst een ander woord voor 'afgelasten'.
In welk geval kan de tandemsprong niet doorgaan?
A. als het regent of hard waait
B. als je niet over een overall beschikt
C. als je groter bent dan één meter veertig
D. als de sprong voor oktober gepland staat
Slide 19 - Tekstslide
In welk geval kan de tandemsprong niet doorgaan?
A
als het regent of hard waait
B
als je niet over een overall beschikt
C
als je groter bent dan één meter veertig
D
als de sprong voor oktober gepland staat
Slide 20 - Quizvraag
Ik had ... antwoorden goed:
Slide 21 - Poll
Tot slot: Welke strategieën heb je vandaag geleerd?