K2, Stunde 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Herzlich Wilkommen!

Kapitel 2, bron E Grammatik

Lernziehle

• Ik kan de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd vervoegen
• Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden
• Ik besteed elke les tijd aan het vergroten van mijn woordkennis in het Duits

Wat betekent: der Bruder-die Brüder?

Wat betekent: der Onkel - die Onkel?

Wat betekent: die Schwester?

Wat betekent: der Freund?

de broers en zussen

1. die Schwester
2. die Geschwister
3. der Bruder

erg houden van

1. machen
2. schön
3. lieben

heten

1. heißen
2. kommen
3. groß

Ik heb het gevoel dat ik de woorden over het thema "familie" ken

😒🙁😐🙂😃

                     An die Arbeit!

- kijken instructievideo haben und sein op het bord + uitleg docent

- selbständig machen Aufgabe 19 + 20

- Klaar? machen Aufg. 18

- Klaar? Leren op WRTS

haben und sein

Noem 5 Duitse woorden die je het best
onthouden hebt deze les

Hausaufgaben:  Aufgabe 22 + 23