VVT P1.1 Toetsvoorbereiding
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Op welke doelgroep is de VVT gericht?
A
Jongeren en thuiszorg
B
Kinderen en thuiszorg
C
Jongvolwassenen en thuiszorg
D
Ouderen en thuiszorg
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
waar staat VVT voor?
A
Verpleging, Verzorging en Thuiszorg
B
Verpleeghuis, Verzorgingshuis en Thuiszorg
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zorg valt er onder de VVT?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ouder worden is nou eenmaal normaal. Mensen kunnen het verouderingsproces vertragen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Revalideren, behouden van functies, het opnieuw aanleren van bepaalde vaardigheden door fysio- of ergotherapie is een
A
Dagverzorging
B
Dagbehandeling
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voorkomen van eenzaamheid, ontlasten van mantelzorg en eventueel opname voorkomen is een
A
Dagverzorging
B
Dagbehandeling
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
welke kenmerken horen
erbij ouder worden?
erbij ouder worden?
Slide 8 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Endogeen
Exogeen
Roken
Grijs haar vanaf 32 jaar
Brozer worden van botten
Stress
Weinig beweging
Suikerziekte type 1
Suikerziekte type 2
Longkanker
Borstkanker
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de gevolgen van ouderdom?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een chronische ziekte?
Slide 11 - Woordweb
Een chronische ziekte is een ziekte die niet meer over gaat. Je hebt er minimaal 3 maanden per jaar last van. Voorbeelden zijn parkinson, diabetes, hart- en vaatziekten.
Welke chronische ziektes ken je?
Slide 12 - Woordweb
109 chronische ziekten
Indelingen:
- levensbedreigend / niet levensbedreigend
-Stabiel / niet stabiel
- wisselend verloop
Chronische ziekte kan acuut of geleidelijk ontstaan?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Door een chronische ziekte leef je korter?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Met de ICF-Classificatie kan een professional de gezondheidstoestand van de zorgvrager beschrijven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
