Onder meer ´radbraken´:
De veroordeelde werd op een houten wiel (rad) gebonden.
Met een ijzeren staaf werd vervolgens op de ledematen geslagen
totdat alle botten hierin versplinterd waren.
Als alle ledematen kapotgeslagen waren, kon een genadeslag
op de hartstreek worden gegeven, waardoor de veroordeelde stierf.
Dit was doorgaans de negende slag. De genadeslag volgde lang niet altijd.
Ook kon de veroordeelde tot slot worden onthoofd, of min of meer levend worden achtergelaten waarna pijn, bloedverlies, dorst en vogels de rest deden.
In Nederland kennen we geen doodstraf meer ...