3.1 Steeds kleinere groepen

H3.1 Steeds kleinere groepen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.1 Steeds kleinere groepen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?


  • Uitleg BS 3.1: Steeds kleinere groepen 
  • Hoe beantwoord ik de vragen op het proefwerk?
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten van BS 3.1
  • Afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?


  • Uitleg BS 3.1: Steeds kleinere groepen 
  • Afmaken opdracht van Maandag
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten van BS 3.1
  • Afsluiten


Slide 3 - Tekstslide

Vraag van vandaag
Wie is de man die je hier op het het plaatje ziet? en waarom is hij zo belangrijk voor ordening?

Je mag het internet gebruiken.
Wie weet het antwoord als eerst?
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?
A
Prokaryoten hebben geen celwand
B
Eukaryoten zijn meercellig
C
Prokaryoten hebben geen celkern
D
Eukaryoten hebben bladgroenkorrels

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
  2. Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  3. Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.

Slide 6 - Tekstslide

LD: Je kunt organismen indelen 
in hoofdgroepen en rijken
Een kenmerk is een eigenschap waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen. Kijken naar Cellen en DNA.

Twee hoofdgroepen: prokaryoten en  eukaryoten

  • Prokaryoten hebben geen celkern (wel dna), wel een celwand, geen bladgroenkorrels.
  • Eukaryoten hebben wel een celkern

Slide 7 - Tekstslide

Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 8 - Tekstslide

Prokaryoten
Prokaryoten hebben geen celkern (wel DNA), wel een celwand, geen bladgroenkorrels en zijn eencellig

Er zijn 2 rijken
  1. de bacteriën 
  2. de archaea (oerbacteriën)

Slide 9 - Tekstslide

Eukaryoten
Eukaryoten hebben wel een celkern. Er zijn 5 rijken.





Verschil in bladgroen, celwand, een of meercelling.

Slide 10 - Tekstslide

LD: Je kunt de cel-kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

LD: Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk. 
Vertakkingsschema

Slide 13 - Tekstslide

De
Rode
Slang
Kan
Op
Freeks
Gezicht
Sabbelen

Slide 14 - Tekstslide

wat
Basisstof 1 HAVO blz. 166/ 
maken: opdr. 6, 7 en 8 in je boek (10 is plusopdr.)
Hoe
lees de tekst van basisstof 1 door 
Hulp
1) boek    2) klasgenoot   3) docent  
Tijd
eerst 10 min in stilte, daarna zacht overleggen
Klaar
Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt!

Magister -> studiewijzer -> klas 1 biologie -> thema 3 -> bijlage Nakijkboek

Ga aan de slag met Flitskaarten & Test jezelf in de online methode!
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Prokaryoten zijn altijd meercellig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Bacteriën zijn prokaryoten

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?
A
Prokaryoten hebben geen celwand
B
Eukaryoten zijn meercellig
C
Prokaryoten hebben geen celkern
D
Eukaryoten hebben bladgroenkorrels

Slide 18 - Quizvraag

Champignons horen bij de :
A
prokaryoten
B
dieren
C
schimmels
D
planten

Slide 19 - Quizvraag

Tot welk RIJK behoort de mens?
A
Prokaryoten
B
Eukaryoten
C
Dieren
D
Gewervelden

Slide 20 - Quizvraag

Welke cellen hebben GEEN celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Planten cellen
C
Schimmelcellen
D
Bacteriën

Slide 21 - Quizvraag

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke en plantaardige cellen
B
Plantaardige cellen en schimmelcellen
C
schimmelcellen, plantaardige cellen en bacterieën
D
plantaardige, dierlijke en bacteriële cellen

Slide 22 - Quizvraag