2. De buitenkant van levensbeschouwing

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

2. De buitenkant van levensbeschouwing

1. Inleiding | Doel en opzet

Vorige hoofdstuk:

• LV = een kijk op het leven waarbij mensen antwoord geven op levensvragen.

Dit hoofdstuk:

• Wáár en hóe je levensbeschouwing tegenkomt.

Waar kijken we naar?

Binnenkant <-> Buitenkant

• Waar en hoe kom je LV tegen bij individuele mensen?
• Waar en hoe kom je LV tegen bij groepen mensen?

2: Inspirerende personen en belangrijke geschriften

• Inspireren = inblazen, bezielen, aanvuren
• Inspirerende personen
• Nelson Mandela
• Martin Luther King
• Johan Cruijff
• Bruce Springsteen

Gemeenschappelijke levensbeschouwing

• Ook inspirerende personen
• Standpunten van de groep
• Mahatma Gandhi (1869 - 1948)
• Jezus van Nazareth (0-33)
• Mohammed (570 - 632)

2.2 Belangrijke geschriften (1)

Drie voordelen van vastleggen

• Duidelijkheid over de standpunten van de groep.
• Wordt aantrekkelijk voor anderen.
• Wordt duidelijk wie bij welke LB hoort.

2.2 Belangrijke geschriften (2)

•  Religieuze LB's -> Heilige boeken
• Het hogere (meestal: God)  -> belangrijke rol
• Kan mensen diep raken
• Veel geschiedenis. 

3. Mythen (1)

• Mythos = woord / verhaal
• Ervaringen die van levensbelang zijn
• Dingen die mensen niet goed begrijpen
• Antwoord geven op levensvragen 

3. Mythen (2)

•  Mooie verhalen met een diepere betekenis
• Niet letterlijk nemen
• Boodschap / diepere betekenis
• Literaire, poëtische taal

3. Mythen (3)

• Het ontstaan van mythen
• Mythen geven verklaringen voor onbegrijpelijke zaken
• Mythen en opvoeding
• grote levenswijsheden
• generatie op generatie doorvertellen 
• Pedagogische functie

4. Rituelen (1)

Ritueel

• Ritualis
• Vaste gewoonte
• vb. tanden poetsen / hand geven bij begroeten

4. Rituelen (2)

Rites de passage

• Geboorte
• Huwelijk
• Begrafenis

4. Rituelen (3)

Levensbeschouwelijke rituelen

1. Vast patroon

2. Woorden, daden, symbolen

3. Ervaringen van levensbelang

4. Verwijst naar wat heel belangrijk is

5. Maakt mensen (weer) sterk

5. Feesten (1)

• samenkomst van een aantal personen
• positieve gebeurtenis of een gedenkdag
• blijdschap en dankbaarheid -> belangrijke rol 

5. Feesten (2)

Gemeenschappelijke levensbeschouwingen -> eigen feesten 

• Kerstfeest
• Suikerfeest
• Pesach

6. Symbolen (1)

Een symbool...

• Is meestal tastbaar
• Een symbool maakt snel duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven
• Maakt herkenning mogelijk

6.Symbolen (2)

Symbolen en tekens

• Een teken heeft maar één betekenis
• Een teken staat los van waar het naar verwijst
• Symbolen verwijzen naar de fundamenten van ons bestaan

6.Symbolen (2)

Gemeenschappelijke levensbeschouwingen

• Symbolen -> plaats binnen een ritueel

7. Levensbeschouwelijke organisaties

• Groepen, bijv. 'humanisten', 'katholieken', 'moslims'
• Onderverdeeld in organisaties
• Moet veel geregeld worden
• Bestuur, medewerkers, geld, gebouw, website

Mindmap

• Zet in het midden 'Levensbeschouwing'
• Loop H1 en H2 door en maak zet de belangrijke onderdelen op je vel
• Doe dit zo creatief mogelijk. Kronkellijntjes, kleuren, tekeningen gebruiken

1. Wat is géén kenmerk van een levensvraag?

1. Levensvragen gaan over het grotere geheel
2. Levensvragen gaan over echt belangrijke dingen
3. Levensvragen hebben geen vast antwoord
4. Levensvragen gaan over leven en dood

2.