lijdend voorwerp

1D Nederlands
25 september 2024
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1D Nederlands
25 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Huiswerk nakijken
- Lesdoel bespreken
- Uitleg nieuwe theorie
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5
Bladzijde 210 + 211

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Uit speelsheid beet het jonge hondje Julian in zijn hand. 

1. Persoonsvorm
2. Onderwerp

Slide 5 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Uit speelsheid beet het jonge hondje Julian in zijn hand.

In deze zin is het jonge hondje degene die iets doet (ow) en Julian degene die iets ondergaat of die iets overkomt. We noemen dit zinsdeel het lijdend voorwerp (lv).

Slide 6 - Tekstslide

Lijdend voorwerp vinden
Met zijn hamer heeft de timmerman de spijker in de plank geslagen.

1. Noteer eerst de persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde. 

2. Stel dan de vraag: wat (wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
De supermarkt bezorgt de boodschappen.
Frank geeft het cadeau aan Lisa.

1. Persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
2. Wat (wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?
Opdracht 1 t/m 4 - bladzijde 214 + 215
Hoe?
Zelf of met degene naast je. Zachtjes overleggen.
Hulp?
Je mag mij om hulp vragen.
Tijd?
Tot het einde van de les. Anders is het huiswerk.
Klaar?
Aan mij laten zien. Werken aan een ander vak.

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Ik kan het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Slide 10 - Tekstslide