Herhalingsles dagbesteding

Sociale kaart
Dit is een kaar met een overzicht van hulpverleningsinstanties in een bepaalde gemeente. 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sociale kaart
Dit is een kaar met een overzicht van hulpverleningsinstanties in een bepaalde gemeente. 

Slide 1 - Tekstslide

Verziend
Als je geen kleine letters meer kunt lezen, ben je verziend. 

Slide 2 - Tekstslide

Kritiek en feedback 
Het verschil met kritiek is dat feedback uitsluitend over veranderbaar gedrag gaat, waar kritiek ook over andere zaken kan gaan. "Wat heb je een gekke stem" is kritiek en geen feedback.

Slide 3 - Tekstslide

Ongezonde leefstijlfactoren 
  • Roken
  • Alcohol
  • Onvoldoende beweging 
  • Ongezonde voeding 

Slide 4 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling
De ontwikkeling die te maken heeft met de beweging van het lichaam en de controle over de ledematen.
Grove motoriek
Fijne motoriek

Slide 5 - Tekstslide

Welvaartsziekte 
Welvaartsziektes zijn ziektes die meer voorkomen in welvarende landen dan in ontwikkelingslanden.

  • Diabetes type 2 
  • Obesitas en overgewicht
  • Verschillende vormen van kanker

Slide 6 - Tekstslide

Obstipatie
  • Tekort aan vezels.
  • Verstopping in de darmen 
  • Niet makkelijk naar de wc.

Slide 7 - Tekstslide

Ziekte van Parkinson
  • Parkinson is een ziekte die ontstaat in de hersenen.
  • Oorzaak is het afsterven van de hersenen.
  • Verschijnselen zijn, beven, spierstijfheid, traagheid in bewegen een starre gezichtsuitdrukking etc.

Slide 8 - Tekstslide

FAST
FAST is een Engelse hulpwoord om een beroerte te herkennen.
  • Face staat voor gezicht. Een slachtoffer met een beroerte kan aan een zijde een afhangend gezicht hebben.
  • Arms staat voor armen. Vraag het slachtoffer de armen vooruit te steken en daarna de handpalmen naar boven te draaien. Let er nu op of een arm wegzakt of niet vloeiend draaien kan.
  • Speech staat voor spraak. Vraag het slachtoffer, kennissen of familie of er veranderingen zijn in het spreken, bijvoorbeeld klinken als dronken persoon of niet op woorden kunnen komen. Dit is zelf moeilijk in te schatten als je de persoon niet kent omdat je niet weet wat normaal is voor deze persoon.
  • Time staat voor tijd. Dit is de geschatte tijd dat de symptomen aanwezig zijn. Dit is van belang voor de professionele hulpverlening.

Slide 9 - Tekstslide

Dementie 
  • Meest voorkomende vorm van dementie is Alzheimer.
  • Komt vaker voor bij ouderen.
  • Storingen in het kortetermijngeheugen. 
  • Vergeten van dingen die net gebeurd zijn, later ook vergeten van dingen van vroeger.
  • Moeite met oriënteren in tijd en ruimte, de weg kwijtraken
geen plannen kunnen maken.
  • Bepaalde handelingen niet meer kunnen uitvoeren, zoals aankleden of wassen.
  • Problemen met taal en rekenen
  • Gedragsstoornissen, zoals onrustig zijn, achterdochtig of agressief zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Vrijwilligerswerk in de zorg
  • Dit werk doe je niet vrijblijvend, je maakt afspraken met de instantie waar je gaat werken.
  • Ontvangt geen normaal loon.
  • Alle kosten worden vergoed.

Slide 11 - Tekstslide

Reinigingsniveaus 
  • Huishoudelijk schoon-> Je huiskamer dagelijks opruimen en schoonmaken.
  • Ruwschoon-> autogarage schoonmaken
  • Smetschoon-> ruimte schoonmaken met desinfecteermiddel (badkamer/operatiekamer)

Slide 12 - Tekstslide

Schoonmaakregels 
  • Werk van schoon naar vuil. 
  • Werk altijd van buiten naar binnen.
  • Werk van hoog naar laag. 
  • Werk in een logische werkvolgorde. 
  • Begin altijd op een vast punt. 
  • Werk steeds linksom of rechtsom in een ruimte.

Slide 13 - Tekstslide

Stofwisser gebruiksklaar maken
  1. Haal de stofwisdoek uit de verpakking en sluit de verpakking.
  2. Ga op één knie zitten en leg de stofwisdoek op de grond.
  3. Plaats de stofwisser op de stofwisdoek.
  4. Bevestig de stofwisdoek in de klemmen aan de brede zijde van de stofwisser.

Slide 14 - Tekstslide

Interculturele middag organiseren 
  • Makkelijk taalgebruik.
  • Niet te snel praten.
  • Rekening houden met verschillende normen en waarden.

Slide 15 - Tekstslide

Organiseren van een evenement 

  1. Idee bedenken
  2. Nagaan of het kan
  3. Reclame maken
  4. Draaiboek maken
  5. Event uitvoeren
  6. Evalueren 

Slide 16 - Tekstslide

Snijtechnieken
Brunoise
Chinoise 
Ciseleren
Julienne

Slide 17 - Tekstslide

Zorg op maat
  1. Voorbereiding-> persoonlijke verzorging, materialen verzamelen.
  2. Uitvoering-> uitvoeren van de handeling, dit is verschillend.
  3. Nazorg-> alles netjes achter laten, vragen of je nog wat kan betekenen voor de zorgvrager en afsluiten. 

Slide 18 - Tekstslide

Zelfredzaamheid
Wanneer iemand voor zich zelf kan zorgen is hij/zij zelfredzaam.


Slide 19 - Tekstslide

Zorgdossier
Achtergrond informatie van een zorgvrager. 

Slide 20 - Tekstslide

Protocol
Overzicht van regels binnen een bedrijf.

Slide 21 - Tekstslide

Objectief en subjectief 
Objectief -> dingen die je ziet, bijvoorbeeld ik zie dat er nog een pan op het aanrecht staat.

Subjectief-> mening, bijvoorbeeld dat is erg slordig! 

Slide 22 - Tekstslide

Samenwerken
  • Samenwerken kent ook nadelen.
  • Voordeel is je kan taken verdelen.

Slide 23 - Tekstslide

Ouderen
  • Drinken vaak te weinig
  • Tekort aan vitamine D -> gezonde botten
  • Verlies aan spiermassa -> eiwitten
  • Meer kans op diabetes 2 

Slide 24 - Tekstslide

Verstandelijke beperking
  • Communicatie 
  • Leren
  • Werken en vrijetijdsbesteding 
  • Wonen en zelfzorg

Slide 25 - Tekstslide

SUCCES!

Slide 26 - Tekstslide