Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
eerste jaar 8.1 pronouns
Monday 29 March
* Vocab 1.3 (read & repeat in silence)
* repeat pronouns
* Homework
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Monday 29 March
* Vocab 1.3 (read & repeat in silence)
* repeat pronouns
* Homework
Slide 1 - Tekstslide
Vocab
1.3 commercials
Read & repeat (p. 40)
Next lesson: practice test vocab (& grammar)
timer
3:00
Slide 2 - Tekstslide
Pronouns
Voornaamwoorden.
Veel soorten, de namen hoef je niet te onthouden, belangrijk is op de juiste manier toepassen.
P. 15 Book B
Slide 3 - Tekstslide
Als onderwerp: (wie of wat doet iets?)
He
has a book.
Als meewerkend voorwerp: (je kunt er aan/voor voor zetten)
The book was given to
him.
Als lijdend voorwerp: (met wie of wat gebeurt iets?)
His mother took care of
him.
Slide 4 - Tekstslide
Als onderwerp: (wie of wat doet iets?)
He
has a book.
The book was given to
him.
His mother took care of
him.
It is
his
book. (Het is
zijn
boek.)
The book is
his
. (Het is
van hem
. Het is
de zijne
.)
Slide 5 - Tekstslide
Als onderwerp: (wie of wat doet iets?)
They
are building a house
Als meewerkend voorwerp: (je kunt er aan/voor voor zetten)
The building materials were given to
them
.
Als lijdend voorwerp:
We have seen
them
while they were building their house.
Slide 6 - Tekstslide
They
are building a house
The building materials were given to
them
.
We have seen
them
while they were building their house.
It is
their
house. (Het is
hun
huis.)
It is
theirs
. (Het is
de hunne
. Het is
van hu
n
.)
Slide 7 - Tekstslide
Pronouns, bezit
Bezittelijk vnmwrd
met
zelfstandig naamwoord:
Het is hun huis. Het is ons gebouw.
It is
their
house. It is
our
building.
Bezittelijk vnmwrd
zonder
zelfstandig naamwoord:
Het is die van hen. Het is de onze.
It is
theirs
. It is
ours
.
Slide 8 - Tekstslide
Pronouns
They blamed themsel
ves
for the 3-0 loss.
They hurried home. (Ned: zich haasten)
He shaved this morning. (Ned: zich scheren)
I remembered to feed the cat. (Ned: zich herinneren)
She dressed
her
self
! Zij heeft het zelf gedaan!
Slide 9 - Tekstslide
I asked her to bring ____ own laptop for the presentation.
A
hers
B
her
C
my
Slide 10 - Quizvraag
All guests at the party seemed to know
A
each other
B
one another
C
themselves
D
themself
Slide 11 - Quizvraag
Tom and Susan have parked ____ car in a side street.
A
there
B
theirs
C
them
D
their
Slide 12 - Quizvraag
Athletes usually deny ____ the use of perfomance enhancing drugs (= doping)
A
them
B
their
C
themself
D
themselves
Slide 13 - Quizvraag
Demonstrative pronouns
dichtbij
veraf
enkelvoud
this (dit, deze)
that (die, dat)
meervoud
these (deze mv)
those (die mv)
I like
this
car better than
that
one.
Can you please hand me
those
books?
This
is the best movie I've ever seen!
Slide 14 - Tekstslide
Questions?
Slide 15 - Tekstslide
Homework
See planning
Study the words!
H
a
p
p
y
E
a
s
t
e
r
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
eerste jaar 7.2 (signalwords, the news, personal pronouns)
Januari 2023
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
eerste jaar 7.2 (signalwords, the news, personal pronouns)
September 2022
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Klas 1 Unit 1 pronouns
Maart 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Class 21
November 2019
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Class 23
November 2019
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bridging the Gap Possessive Pronouns
September 2021
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Going to & Possesive pronouns
1 maand geleden
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hh grammar unit 1 part 2
November 2022
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2