Les 13 week 51 herhaling kloktijden en Vraagwoorden LessonUp Quiz

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui

Slide 1 - Tekstslide

Wie is aanwezig?
Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • nakijken
  • online LessonUp herhaling kloktijden
  • zelfstandig werken
  • woordtrainer Lektion 1 / 2

Slide 3 - Tekstslide

Planagenda:
huiswerk af:
geen huiswerk

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

nakijken
maken: blz. 64 opdr. 7 / 8 / 9 / 10 / 11

Slide 5 - Tekstslide

Bitte einloggen bei Lesson Up!
Logt ein bei Lesson Up

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de kloktijd in het Duits op:

kwart over één

Slide 7 - Open vraag

Hoe zeg je in het Duits:
"Het is ....."

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de kloktijd uit in het Duits:
begin met "Het is ....." 18:05

Slide 9 - Open vraag

Wie spät ist es?

Slide 10 - Open vraag

Wie spät ist es?

Slide 11 - Open vraag

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr .
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist halb eins.

Slide 12 - Quizvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr fünfunddreißig.
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist fünf nach halb zehn.

Slide 13 - Quizvraag

Wie spät ist es?
A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf vor zwei.
C
Es ist ein Uhr fünfundfünzig.

Slide 14 - Quizvraag

herhaling vraagwoorden - Fragewörter

wanneer - wann
waarom - warum
wat - was
wie - wer
hoe - wie
waar - wo

timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

wanneer
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 16 - Quizvraag

waar
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 17 - Quizvraag

wie
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 18 - Quizvraag

hoe
A
wie
B
wo
C
wer
D
wann

Slide 19 - Quizvraag

(wie).............ist das?
A
wie
B
wer
C
wohin
D
wann

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het Duitse -wann- ?
A
hoe
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent het Duitse -Was- ?
A
hoe
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 22 - Quizvraag

zelfstandig werken:
maken:  blz. 69 opdr. 1 / 2 / 4 


Klaar? --> oefenen met de woordtrainer online 
-- > 5.1 en 5.2
(weet jij niet waar deze is? vraag je docent om hulp!)

timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide