9 janvier jusqu'à 13 janvier 2023

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Comment étaient vos vacances?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Slide 4 - Tekstslide

Les buts
Aan het eind van dit lesuur..: 
  1. Weet je waar je deze periode aan kunt werken om je Frans te verbeteren
  2. Kun je de ontkenning gebruiken
  3. Weet je wat je de komende periode te wachten staat









Slide 5 - Tekstslide

Planning
  1. We bespreken de toets
  2. Jullie krijgen uitleg over la négation (de ontkenning)
  3. Jullie krijgen checkvragen in Lesson Up
  4. Jullie krijgen korte spelletjes met de ontkenning
  5. Jullie krijgen uitleg over de aankomende periode


Slide 6 - Tekstslide

Toets bespreken
1. We gaan in groepjes van dezelfde versie zitten.
Deze groepjes worden door je docent gemaakt.
2. Jullie gaan in jullie groepje elkaars toets nakijken met behulp van het antwoordmodel.
Check of het puntenaantal klopt en als er een foutje is gemaakt door de docent, zet dan een sterretje bij die vraag met een andere kleur pen.

Slide 7 - Tekstslide

La negation
De ontkenning

Slide 8 - Tekstslide

La négation

Slide 9 - Tekstslide

La négation

Slide 10 - Tekstslide

niet / geen
ne.....pas

Slide 11 - Tekstslide

N'...pas
Wanneer het werkwoord begint met een stomme h of een klinker, verandert ne in n'

Je n'aime pas les médicaments
Il n'est pas arrivé

Slide 12 - Tekstslide

het is/het is geen/het is niet
C'est super! 
Non, ce n'est pas super!

c'est => ce n'est pas 

Slide 13 - Tekstslide

ne ....... pas
Waar staat ne...pas?

ne staat voor de persoonsvorm en pas staat erachter.

Slide 14 - Tekstslide

Welke 2 zinnen staat in de ontkenning?
(dus met ne & pas?)
A
Je traille au supermarché
B
Je ne travaille pas au supermarché
C
je n'écoute pas la musique
D
J'écoute la musique

Slide 15 - Quizvraag

De ontkenning: 'ne ...pas' staat waar in een zin?
A
'ne' komt voor de persoonsvorm en 'pas' erachter
B
'ne ...pas' wordt niet in een zin gezet
C
'ne...pas' staat achter het onderwerp
D
Eerst 'ne', dan de hele zin en aan het einde 'pas'.

Slide 16 - Quizvraag

Ja maar ho eens even, waarom is er dan een vormpje 'ne...pas' EN OOK NOG 'n'...pas'?
A
Dat heeft te maken met de stand van de zon
B
Omdat de maan soms achter de wolken is.
C
HEE EEN HELIKOPTER!
D
Omdat je anders een klinkerbotsing hebt.

Slide 17 - Quizvraag

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 18 - Quizvraag

De ontkenning (ne ..pas) komt om :
A
het eerste werkwoord
B
het tweede werkwoord

Slide 19 - Quizvraag

ne ... pas of n' ... pas
A
Je ne donne pas un cadeau.
B
Je n'donne pas un cadeau.

Slide 20 - Quizvraag

ne ... pas of n' ... pas
A
Nous ne écoutons pas la chanson.
B
Nous n'écoutons pas la chanson.

Slide 21 - Quizvraag

ne .... pas
Wat komt er op de puntjes?
A
een zelfstandig naamwoord (het onderwerp)
B
C
een werkwoord (de tijdsvorm)
D
een zelfstandig naamwoord (het lijdend voorwerp)

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de vertaling van:
ne....pas?
A
niet
B
niets
C
geen
D
nooit

Slide 23 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 24 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis. 
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.

Slide 25 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Elle va à l'école
A
Elle n'va pas à l'école
B
Elle ne va pas à l'école
C
Elle ne pas va à l'école

Slide 26 - Quizvraag

Ontkenning. Hoe zet je "C'est" in de ontkenning?
A
C'n'est pas
B
Ce ne est pas
C
C'est ne pas
D
Ce n'est pas

Slide 27 - Quizvraag

Elle parle anglais (ne..pas)
Zet ne.. pas om de juiste plaats.

Slide 28 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
Je parle français.
met: ne ..... pas

Slide 29 - Open vraag

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je suis malade

Slide 30 - Open vraag

Remplis: ne .... pas
Je .... aime .... la viande....

Slide 31 - Open vraag

Maak ontkennend:
C'est important

Slide 32 - Open vraag

Gimkit (20 minutes)
Ga naar: www.gimkit.com/join

Slide 33 - Tekstslide

Kahoot 
Kahoot!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

De eerst volgende toets is....
MO Acheter quelque chose in de week van 6 tot en met 10 februari.
Hiervoor is het belangrijk dat je de leerstof en uitspraak leert.
Het zal in duo's plaatsvinden. De een is de koper en de andere de verkoper. Geef daarom je duo voor de volgende les door.

Slide 37 - Tekstslide

Devoirs
Apprendre:
Chapitre 2: C’est si bon!
Grammaire H (p.95)

Chapitre 3: Planète Collège
Vocabulaire A (p.130)

Slide 38 - Tekstslide

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️

Slide 39 - Tekstslide