Les 4 Gewone zwangerschap & meerlingenzwangerschap

Les 4 
Gewone zwangerschap & meerlingenzwangerschap
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 
Gewone zwangerschap & meerlingenzwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik
Gewone zwangerschap
Meerlingenzwangerschap

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Je kunt benoemen vanaf welk moment de zwangerschapsduur wordt berekend
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen de embryonale periode en de foetale periode
Je kunt de kenmerken en functie(s) benoemen van de navelstreng en de placenta
Je kunt het proces van bevruchting en innesteling in je eigen woorden omschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van de zaadleider in het mannelijk voortplantingssysteem?
A
Het opslaan van zaadcellen
B
Het produceren van testosteron
C
Het transporteren van zaadcellen
D
Het voeden van zaadcellen

Slide 4 - Quizvraag

Welke structuur in het vrouwelijke voortplantingssysteem produceert eicellen?
A
Eileider
B
Eierstok
C
Schaamlippen
D
Uterus

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens de ovulatie?
A
De eicel wordt vrijgegeven uit de eierstok
B
De menstruatie begint
C
De zaadcel bereikt de eicel
D
Het baarmoederslijmvlies wordt afgebroken

Slide 6 - Quizvraag

Waar vindt de bevruchting meestal plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Eileider
D
Vagina

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende hormonen speelt een belangrijke rol in de opbouw van het baarmoederslijmvlies tijdens de menstruatiecyclus?
A
FSH (Follikel Stimulerend Hormoon)
B
Oestrogeen
C
Progesteron
D
Testosteron

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende organen vormt zich als eerste in het embryo?
A
Hart
B
Longen
C
Maag
D
Zenuwstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Op welk moment in de menstruatiecyclus vindt de bevruchting plaats?
A
Op de eerste dag van de menstruatie
B
Op elke willekeurige dag van de menstruatie
C
Rond de ovulatie
D
Tijdens de menstruatie

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet een pas bevruchte eicel? (Latijnse naam)?

A
Embryo
B
Foetus
C
Oöcyt
D
Zygote

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het doel van het vruchtwater rond de foetus?
A
Het beschermen van de foetus tegen schokken
B
Het bieden van voeding
C
Het ondersteunen van de ademhaling
D
Het reguleren van hormonen

Slide 12 - Quizvraag

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 14 - Tekstslide

Klievingsdelingen


30 uur na de bevruchting

Slide 15 - Tekstslide

Klievingsdelingen
Ongeveer 30 uur na de bevruchting volgen de klievingsdelingen: het aantal cellen neemt toe, maar de grootte van de vrucht niet.

Slide 16 - Tekstslide

Innesteling
Na ongeveer 6 dagen
vindt innesteling van de 
blastula in het 
baarmoederslijmvlies plaats. 
Na 14 dagen is dit voltooid. 
Progesteronproductie blijft op
peil, zodat de vrucht niet wordt 
afgestoten.

Slide 17 - Tekstslide

De reis
De reis door de eileider van het pre-embryo naar de baarmoeder duurt 3 dagen:
  • trilhaarbewegingen eileiderslijmvlies
  • passief meedrijven
  • peristaltiek eileider


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zwangerschapsduur
  • Hoe wordt de zwangerschapsduur berekend?
  • 2 weken 'cadeau'
  • Echo
  • 40 weken > partus



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zwangerschapsverschijnselen
Subjectief en objectief
Welke ken je?

Slide 22 - Tekstslide

Zwangerschapsperioden
Embryonale periode
De eerste 12 weken
Alle organen worden aangelegd

Foetale periode
13e tot de 40 week
Groei en ontwikkeling

Slide 23 - Tekstslide

Foetusgroei
Fundushoogte: afstand 
tussen symfyse en bovenrand
baarmoeder

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

24 weken

Slide 26 - Tekstslide

6 maanden

Slide 27 - Tekstslide

8 maanden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Meerlingenzwangerschap

Slide 30 - Tekstslide

Tweelingen en placentacombinaties

Slide 31 - Tekstslide

Tweelingen

Slide 32 - Tekstslide

Welke klachten verwacht je bij
een tweelingzwangerschap?

Slide 33 - Open vraag

Klachten bij tweelingzwangerschap
  • Rugklachten
  • Vroeggeboorte
  • Groeiachterstand
  • Een hoge bloeddruk
  • Ligafwijkingen
  • Tweelingen Transfusie Syndroom (TTS)

Slide 34 - Tekstslide

Klachten bij tweelingzwangerschap
Rugklachten. Door het grote gewicht dat je moet meesjouwen, wordt je rug al snel overbelast.
Vroeggeboorte. Een tweelingzwangerschap duurt gemiddeld 36 weken, maar kan ook flink korter uitvallen. Dit is meestal het gevolg van spontane voortijdige weeën.
Groeiachterstand. Vanaf 32 weken groeien tweelingen minder snel dan eenlingen. Bij de geboorte wegen tweelingen dan ook vaak een stuk minder dan eenlingen
Een hoge bloeddruk. Bij een tweelingzwangerschap loop je als zwangere meer risico op een hoge bloeddruk.
Ligafwijkingen. Aangezien er zich twee kindjes in de baarmoeder bevinden, is er meer kans dat er eentje in een stuitligging ligt. Dit kan voor complicaties zorgen tijdens de bevalling.
Tweelingen Transfusie Syndroom (TTS). Bij tweelingen die een placenta delen (monochoriale tweelingen) kan TTS ontstaan. Bij TTS gaat er meer bloed van de ene naar de andere baby dan dat er terugkomt. De ‘gever’ krijgt in dit geval te weinig bloed en groeit niet goed meer, terwijl het hart van de ‘ontvanger’ de grote hoeveelheid bloed niet aan kan. Als er sprake is van TTS zal je gynaecoloog je zo snel mogelijk doorverwijzen naar een ziekenhuis waar ze prenatale ingrepen kunnen uitvoeren.

Slide 35 - Tekstslide

13 weken

Slide 36 - Tekstslide

Isabel 36 weken
Oog met lens erin
Sliertje: scheidingswand
tussen beide vruchtzakken.
Niet strak > evenveel 
vruchtwater

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Tweelingen

Slide 39 - Tekstslide

Na hoeveel uur vinden de klievingsdelingen plaats?
A
1 dag na bevruchting
B
20 uur na bevruchting
C
30 uur na bevruchting
D
30 dagen na bevruchting

Slide 40 - Quizvraag

A
B
C
Er zijn twee placenta's en het tussenschot tussen beide baby's bestaat uit vier lagen. Dit kan een eeneiige- of een twee-eiige tweeling zijn
Er is één placenta en er is geen tussenschot. Dit is altijd een eeneiige tweeling.
Er is één placenta en het tussenschot tussen beide baby's bestaat uit twee lagen. Dit is altijd een eeneiige tweeling

Slide 41 - Sleepvraag

Het wonder van conceptie tot geboorte

Slide 42 - Tekstslide

Afronding
Tips en tops?

Slide 43 - Tekstslide