§11 Engelse werkwoorden

                        PROGRAMMA
- Lezen
- dictee
                                    - spelling  Engelse ww
                                                                - toets Fictie inzien                             
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                        PROGRAMMA
- Lezen
- dictee
                                    - spelling  Engelse ww
                                                                - toets Fictie inzien                             

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

vier zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2      blz. 263
a Mariana shopt vaak bij Designer Outlet Roermond.
b Vanaf welke leeftijd skateboardt je broer Matthias al?
c Menige sportieveling survivalt graag in de Pyreneeën.
d Als ik schaats, time ik altijd mijn rondetijden.

Slide 4 - Tekstslide

   Theorie 


Hoe spel je Engelse werkwoorden?

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag

Maak opdracht 1
op bladzijde 262.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1          blz. 262

1  chatten  chat  chat  chatte  gechat
2  gamen  game  gamet  gamede  gegamed
3  highfiven  highfive  highfivet  highfivede  gehighfived
4  speechen  speech  speecht  speechte  gespeecht
5  upgraden upgrade  upgradet upgradede geüpgraded
6  zappen  zap  zapt  zapte  gezapt


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

                        PROGRAMMA

                                           - Lezen
                                     - dictee
                                    - spelling  Engelse ww
                                                                                        

Slide 9 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

vier zinnen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3      blz. 263
a De genodigden toastten op het geluk van het bruidspaar.
b Eladia savede enkele bestanden en deletete enkele andere.
c Max racete in zijn bolide naar de eindstreep en finishte als eerste.
d Ik scrolde over het scherm en sharede een grappig filmpje.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1          blz. 262

1  chatten  chat  chat  chatte  gechat
2  gamen  game  gamet  gamede  gegamed
3  highfiven  highfive  highfivet  highfivede  gehighfived
4  speechen  speech  speecht  speechte  gespeecht
5  upgraden upgrade  upgradet upgradede geüpgraded
6  zappen  zap  zapt  zapte  gezapt


Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

Maak opdrachten 4-5-6-7
op bladzijde 263=
huiswerk voor de volgende les.

Slide 14 - Tekstslide

PROGRAMMA
 Lezen
 opdrachten nakijken
 extra oefenen met werkwoordspelling

Ga zitten volgens de plattegrond

Slide 15 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4      blz. 263
a In zijn vakantie heeft Diemer gebungeejumpt en geparasaild.
b De rechtsback had de bal gepasst en de spits heeft gescoord.
c In Zuid-Frankrijk hebben we lekker gebeachvolleybald en gepartyd.
d In ons land wordt steeds meer gebingewatcht en genetflixt.


Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 5      blz. 263
a Toen de spits werd getackeld, fakete hij een blessure.
b Voor de zekerheid back-upte ik mijn aantekeningen.
c De auto crashte, maar de monteur fixte hem toch nog.
d Als je buiten de piste freeridet, moet je oppassen voor lawines.


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 6      blz. 263
a Vroeger (pvvt) msn’de en (pvvt) sms’te men, maar tegenwoordig (pvtt) appt men vooral.
b Geregeld zijn snelheid (od) checkend (pvvt) bikete de triatleet gisteren naar de finish.
c Mijn oom Gerald heeft vroeger (vd) gebaseballd en (vd) gebasketbald.
d Yakirah (pvtt) fitnest en (pvtt) streetdancet nog elke week om in vorm te blijven.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 7      blz. 263
Wat houdt je bezig? Sociale media draaien allemaal om dezelfde vraag. Als je facebookt, twittert of linkedint, word je er regelmatig mee om de oren geslagen. Of je nu een video van een hond op een skateboord likete, een vriend mentionde of connectte met een nieuwe collega, je komt er niet onderuit. Want als jij die vraag bovenaan het scherm niet beantwoordt, dan doen de mensen met wie je geconnect hebt dat wel. Het is een vraag die je als gebruiker van sociale media misschien eens wat vaker kunt stellen, zonder dat je hem messaget of post.  

Slide 20 - Tekstslide

Pak je iPad of telefoon
Log in met je eigen naam

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Engelse werkwoorden

Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd

Slide 23 - Quizvraag

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald

Slide 24 - Quizvraag

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 25 - Quizvraag

Engelse werkwoorden

Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd

Slide 26 - Quizvraag

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd

Slide 27 - Quizvraag

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 28 - Quizvraag

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

§11 Engelse werkwoorden

Slide 30 - Tekstslide