220920 H2 werkwoordspelling + H2 lezen

Welkom H2b! 
We starten gelijk met lezen, dus pak je leesboek!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2b! 
We starten gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning eerste periode:
Spelling/werkwoordspelling
H1 t/m 3


Leesvaardigheid
H1 t/m 3


Fictie (boek lezen)

Toetsen eerste periode:
Spelling
Telt 1x mee
In week 41 (rond 10 oktober)

Leesvaardigheid
Telt 2x mee
In de toetsweek

Fictie (boek lezen)
Moet 'voldaan' zijn.
In week 44 (rond 1 november)


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Dagopening
  2. Herhalen spelling H2
  3. Uitleg werkwoordspelling H2 + oefenen
  4. Pauze
  5. Toets lezen nakijken óf opdracht 3.
  6. Uitleg lezen H2

Slide 4 - Tekstslide

Dagopening - buren
Buren



Hoe lijkt het jou om op zo'n drijvend eiland te wonen?
Zou jij soms ook weleens een eindje weg willen varen van je buren?

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Dagopening
  2. Herhalen spelling H2
  3. Uitleg werkwoordspelling H2 + oefenen
  4. Pauze
  5. Toets lezen nakijken óf opdracht 3.
  6. Uitleg lezen H2

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord schrijf ik niet met een hoofdletter?
A
Ajax
B
Marokkaanse thee
C
Donderdag
D
Oestgeest

Slide 7 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
stageair
B
stagiair
C
stagair
D
stagaire

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf de volgende zin met leestekens en hoofdletters.

voordat we naar huis kunnen moeten we eerst een liedje zingen

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de volgende zin met leestekens en hoofdletters.

wil jij een brief schrijven naar meneer van dalen

Slide 10 - Open vraag

Kies de juiste werkwoordspelling:
A
En toch wordt het een leuke dag.
B
En toch word het een leuke dag.

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Het is vorige week ..... (gebeuren).

Slide 12 - Open vraag

Wat gaan we doen?
  1. Dagopening
  2. Herhalen spelling H2
  3. Uitleg werkwoordspelling H2 + oefenen
  4. Pauze
  5. Toets lezen nakijken óf opdracht 3.
  6. Uitleg lezen H2

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordspelling H2
Engelse werkwoorden vervoegen.

  • Dit doe je gewoon op de Nederlandse manier!

Slide 14 - Tekstslide

Een paar voorbeelden:
Speechen:
Ik speech - hij speecht - wij speechen
Ik speechte - hij speechte - wij speechten

Zappen:
Ik zap - hij zapt - wij zappen
Ik zapte - hij zapte - wij zapten

Relaxen:
Ik relax - hij relaxt - wij relaxen
Ik relaxte - hij relaxte - wij relaxten
  1. Softballen
    Ik softbal - hij softbalt - wij softballen
    Ik softbalde - hij softbalde - wij softbalden
     
  2. Baseballen
    Ik baseball - hij baseballt - wij baseballen
    Ik baseballde - hij baseballde - wij baseballden 

Slide 15 - Tekstslide

Hij ...... (downloaden, pvtt) de foto.

Slide 16 - Open vraag

De kok heeft de groente .... (grillen).

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
Maak online van H2 werkwoordspelling de opdrachten die voor jou beschikbaar komen.

Werkt je IPad niet? Dan maak je opdracht 1, 2, 3 en 4 van blz. 68 uit je boek,
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Pauze
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Dagopening
  2. Herhalen spelling H2
  3. Uitleg werkwoordspelling H2 + oefenen
  4. Pauze
  5. Toets lezen nakijken óf opdracht 3.
  6. Uitleg lezen H2

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Dagopening
  2. Herhalen spelling H2
  3. Uitleg werkwoordspelling H2 + oefenen
  4. Pauze
  5. Toets lezen nakijken óf opdracht 3.
  6. Uitleg lezen H2

Slide 22 - Tekstslide

Lezen H2
Concluderend verband:
dus, daarom, kortom, al met al

Redengevend verband:
omdat, daarom, dus, want, dankzij

Oorzakelijk verband:
doordat, daardoor, als gevolg van, dus, dankzij

Slide 23 - Tekstslide

Mijn laptop viel van tafel, daardoor zit er nu een kras in het scherm.
A
Concluderend verband
B
Redengevend verband
C
Oorzakelijk verband

Slide 24 - Quizvraag

Het was een zware week, maar al met al ging de tijd best snel.
A
Concluderend verband
B
Redengevend verband
C
Oorzakelijk verband

Slide 25 - Quizvraag

Ik kom morgen niet naar jouw verjaardag, want mijn moeder is ook jarig.
A
Concluderend verband
B
Redengevend verband
C
Oorzakelijk verband

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk ww-spelling H2 

De opdrachten die voor jou beschikbaar komen.

Als digitaal niet werkt, dan maak je opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 68)


Lezen H2

Opdracht 1 (t/m vraag 8) uit je boek.



Slide 27 - Tekstslide