Herhaling hfd 2 par 3 t/m 5

Het klimaat is ..........................
A
Het gemiddelde weer in een bepaald gebied, gemeten over een periode van 30 jaar.
B
De temperatuur, de neerslag en de wind op een bepaalde plaats, op een bepaald moment.
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Het klimaat is ..........................
A
Het gemiddelde weer in een bepaald gebied, gemeten over een periode van 30 jaar.
B
De temperatuur, de neerslag en de wind op een bepaalde plaats, op een bepaald moment.

Slide 1 - Quizvraag

Deze vegetatie neemt het grootste gebied in Spanje op
A
Steppe vegetatie
B
Gemend loofbos
C
Gemengd naaldbos
D
Mediterrane vegetatie

Slide 2 - Quizvraag

Wat groeit er in de altijd groene mediterrane vegetatie?

A
Rozemarijn, lavendel, doornige struiken.
B
Kurkeiken, cactussen, palmen.
C
Graspollen, garrigue, maquis.
D
Loofbomen, naaldbomen, druiven.

Slide 3 - Quizvraag

Een voordeel van irrigatielandbouw is
A
dat er veel kapitaal voor nodig is
B
dat er weinig kennis voor nodig is
C
dat het weinig ruimte in beslag neemt
D
dat er mee gewassen geteeld kunnen worden en dat er meer oogsten mogelijk zijn

Slide 4 - Quizvraag

In welk gebied is de kans op verzilting het grootst?
A
In een droog gebied met irrigatielandbouw en drainage
B
In een droog gebied met irrigatielandbouw zonder drainage.
C
In een vochtig gebied met irrigatielandbouw en drainage.
D
In een vochtig gebied met irrigatielandbouw zonder drainage.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van landdegradatie?
A
Verwoestijning
B
Ontbossing
C
Verzilting
D
Druppelirrigatie

Slide 6 - Quizvraag

Welke landschapszones zijn vooral kwetsbaar voor landdegradatie?
A
subtropische zone
B
tropische zone
C
aride zone
D
gematigde zone

Slide 7 - Quizvraag

Welke drie soorten landdegradatie kun je onderscheiden
A
overbeweiding, ontbossing, verzilting
B
bodemerosie, verwoestijning, onbossing
C
verzilting, bodemerosie, overbeweiding
D
bodemerosie, verwoestijning, verzilting

Slide 8 - Quizvraag

Wat is landdegradatie?
A
Het onbruikbaar worden van land.
B
De kwaliteitsvermindering van land.
C
Het uitbreiden van de woestijn.
D
Slechte landbouw.

Slide 9 - Quizvraag

Komen er in de toekomst meer of minder bosbranden in Europa?
A
Meer, want het wordt droger
B
Meer, want het wordt natter
C
Minder, want het zal kouder worden
D
Minder, want er komt betere bescherming

Slide 10 - Quizvraag

Het risico in Spanje op verwoestijning is heel groot als er : 1. een gebied heel droog is, 2. als er al veel erosie is, 3. als er bosbranden zijn en 4. als er meer grondwater wordt opgepompt dan er met neerslag weer in de grond zakt.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Verzilting in Spanje ontstaat door:
A
Planten te veel water opnemen uit de bodem
B
te weinig watergebruik in de landbouw
C
Verdroging
D
Verkeerde irrigatie in de landbouw

Slide 12 - Quizvraag

'Druppelirrigatie kan verzilting voorkomen'.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Wat is verzilting?
A
Het zoeter worden van grond en oppervlaktewater
B
Het zouter worden van grond en oppervlaktewater
C
Het zuurder worden van grond en oppervlaktewater
D
Het vervuilen van grondwater

Slide 14 - Quizvraag

Verzilting tegen gaan kan door
A
het toepassen van druppelirrigatie
B
het overdag irrigeren van de bodem
C
het overvloedig irrigeren van de bodem

Slide 15 - Quizvraag

Een oorzaak voor verzilting is
A
Verkeerde irrigatie
B
Uitputting van de grond door overbeweiding
C
Kappen van bossen
D
Hoge verdamping

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van de waterbalans?
A
Verdamping
B
Grondwater
C
Zee
D
Nuttige neerslag

Slide 17 - Quizvraag

Waterbalans =
A
Hoeveel geld water kost in een gebied.
B
Hoeveel water weegt in een gebied
C
Hoeveel water een gebied inkomt en uitgaat
D
Al het water dat zich in de grond bevindt

Slide 18 - Quizvraag

Als er meer verdamping dan neerslag is dan is de waterbalans
A
positief
B
negatief

Slide 19 - Quizvraag

In de landen met een Middellands zeeklimaat is er met name in de zomer waterschaarste, hoe kan dat?
A
Door aquifers
B
Door grote verdamping
C
Door ontziliting
D
Door oases

Slide 20 - Quizvraag

Een Middellands Zeeklimaat heeft ....
A
Warme droge zomers en zachte vochtige winters
B
Warme zomers, koude winters en weinig neerslag
C
Korte, warme zomers en lange erg koude winters
D
Koele zomers, zachte winters en hele jaar neerslag

Slide 21 - Quizvraag

Welke plantengroei past het beste bij een Middellandse Zeeklimaat?
A
loofbomen en struiken
B
naaldbomen en loofbomen
C
palmbomen, sinaasappelbomen en cactussen
D
Cactussen, grassen en struiken

Slide 22 - Quizvraag