Oefenvragen Toets Voortplanting

§11.1 - Man en Vrouw
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§11.1 - Man en Vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Sperma bestaat uit
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 2 - Quizvraag

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Waar rijpen de eicellen?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de functie van de eileider?
A
Vervoer eicel naar eierstok
B
Opslag eicel
C
Vervoer eicel naar baarmoeder
D
Ontwikkeling eicel

Slide 5 - Quizvraag



Menstruatiecyclus

Slide 6 - Tekstslide

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus.
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 7 - Quizvraag


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 8 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 10 - Quizvraag

Welk hormoon zorgt ervoor dat de eisprong gaat plaatsvinden ? (vwo)
A
FSH
B
Oestrogeen
C
Progesteron
D
LH

Slide 11 - Quizvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn beiden waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 13 - Quizvraag

Waar vindt bevruchting plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 14 - Quizvraag

Waar vindt de innesteling plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 15 - Quizvraag

Menstruatiecyclus

Slide 16 - Tekstslide

Welke hormoon zorgt voor het opbouwen van het baarmoederslijmvlies ?
A
FSH (hypofysehormoon)
B
LH (hypofysehormoon)
C
Oestrogenen
D
Progesteron

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Welke hormoon zorgt voor het in stand blijven van het gele lichaam ?
A
FSH (hypofysehormoon)
B
HCG
C
Oestrogenen
D
Progesteron

Slide 19 - Quizvraag

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 20 - Quizvraag


Je ziet hier bij iemand....
A
Het inbrengen van een tampon zonder inbrenghuls
B
Een vinger bij de clitoris
C
het inbrengen van een tampon met inbrenghuls
D
Een vinger in de anus

Slide 21 - Quizvraag

Welk(e) van deze delen verlaat (verlaten) het lichaam van een vrouw tijdens een menstruatie?

A
de bovenste laag van het baarmoederslijmvlies
B
een eicel die niet is bevrucht
C
Het gele lichaam
D
alle 3 de antwoorden zijn goed.

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 3 dagen in leven, de eicel een dag
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 23 - Quizvraag

Sonja is in verwachting. De eerste dag van haar laatste menstruatie was op 12 januari.
Bepaal op welke dag ze ‘is uitgerekend’.
A
18 oktober
B
14 september
C
12 november
D
1 oktober

Slide 24 - Quizvraag

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Ongesteld zijn...
Hoe voelt dat dan?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat als de eicel bevrucht wordt?

Slide 28 - Tekstslide