Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
oefeneningen voor laatste proefwerk
oefeneningen voor laatste proefwerk
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
oefeneningen voor laatste proefwerk
Slide 1 - Tekstslide
Welke grafiek van de prijsafzet functie hoort bij monopolie?
A
1
B
2
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel is de aangeboden hoeveelheid bij maximale winst?
A
10
B
30
C
50
D
100
Slide 3 - Quizvraag
Is op dat punt ook de omzet maximaal?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
A
100.000
B
85.000
C
14.000
D
12.000
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van de marktvorm monopolie?
A
1 aanbieder, 'homogeen' product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Veel aanbieders, heterogeen product
D
Veel aanbieders, 'homogeen' product
Slide 9 - Quizvraag
volkomen concurrentie
monopolie
oligopolie
monopolistische concurrentie
Slide 10 - Sleepvraag
De aanbieder op de marktvorm monopolie ...
A
is volledig vrij in het bepalen van de prijs
B
biedt een heterogeen product aan
C
is een hoeveelheids-aanpasser
D
is een prijszetter
Slide 11 - Quizvraag
Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 12 - Quizvraag
Prijszetters
Slide 13 - Tekstslide
Voor een bedrijf geldt:
GO = -q + 50
TK = 5q + 150
Bereken de prijs die hoort bij de doelstelling van maximale winst
Slide 14 - Open vraag
Voor een bedrijf geldt de volgende opbrengsten en kostenfuncties:
GO = -q + 50
TK = 10q + 150
Bereken maximale totale winst
Slide 15 - Open vraag
P → P – heffing
Stel: Qa=0,4P-2
Wat is de nieuwe Qa bij een heffing van €15?
Slide 16 - Open vraag
Stel een aanbodvergelijking van Qa = 5P – 500
Er komt een subsidie van € 75
Slide 17 - Open vraag
Bereken de maximale omzet
Slide 18 - Open vraag
Van welke marktvorm
is hier sprake?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie
Slide 19 - Quizvraag
Bij welke marktvorm(en) zijn er veel aanbieders?
A
Oligopolie en Monopolie
B
Volkomen concurrentie en Oligopolie
C
Monopolie en Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie en Monopolistische concurrentie
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van de marktvorm oligopolie?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Weinig aanbieders, homogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product
Slide 21 - Quizvraag
Welke stelling over quasi-collectieve goederen klopt?
A
voor een quasi-collectief goed kun je (via een omweg) niet laten betalen
B
bij een quasi-collectief goed kun je vragers uitsluiten.
C
quasi-collectieve goederen kunnen alleen door de overheid geleverd worden
Slide 22 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de collectieve vraaglijn als de producenten van dit product een succesvolle reclamecampagne. lanceren?
A
De vraaglijn verschuift naar rechts
B
De vraaglijn verschuift naar links
C
De vraaglijn verschuift niet
Slide 23 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de collectieve aanbodlijn van het product in figuur 1, als een aantal producenten failliet gaat?
A
De aanbodlijn verschuift naar rechts
B
De aanbodlijn verschuift naar links
C
De aanbodlijn verschuift niet
D
Geen idee
Slide 24 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de collectieve aanbodlijn van het product in figuur 1, als de kosten per product aanzienlijk dalen door innovatie?
A
De aanbodlijn verschuift naar rechts
B
De aanbodlijn verschuift naar links
C
De aanbodlijn verschuift niet
D
Geen idee
Slide 25 - Quizvraag
Tekst
Het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen.
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid ervan.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs die je je moet betalen.
Omzet
Oppervlakte driehoek =
1/2 x basis x hoogte
Betalingsbereidheid
Vraaglijn
Consumentensurplus
Verkoopprijs maal de verkochte hoeveelheid
Het totale consumentensurplus
Slide 26 - Sleepvraag
Bereken de grootte van het
consumentensurplus in het marktevenwicht.
Slide 27 - Open vraag
Bereken de grootte van het
producentensurplus in het marktevenwicht.
Slide 28 - Open vraag
Welke goed of welke goederen zijn collectief?
A
Pomp om de waterstand in een polder te reguleren
B
Autosnelweg
C
Defensie
D
Rechtspraak
Slide 29 - Quizvraag
Welke is of zijn geen externe effect(en) van autoverkeer?
A
Geluidsoverlast
B
Doorbreken van de stilte
C
Kortere reistijd voor de autogebruiker
D
Verkeersslachtoffers
Slide 30 - Quizvraag
Geef met letters het oppervlak aan dat het consumentensurplus weergeeft indien het softwarebedrijf streeft naar
maximale totale winst
Slide 31 - Open vraag
Geef met letters het oppervlak aan dat het producentennsurplus weergeeft indien het softwarebedrijf streeft naar
maximale totale winst
Slide 32 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
M3 Markt en overheid § 2.6 Totale surplus
Februari 2022
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
M3 Markt en overheid § 2.6 Totale surplus
Februari 2021
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
M3 Markt en overheid § 2.2-5 Marktvormen
Februari 2022
- Les met
36 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Economie Module 4
Maart 2023
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
§ 2.6 Marktprestaties en welvaart
Oktober 2019
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
M3 Markt en overheid § 2.4 en 2.5 Monopolie, Oligopolie
Februari 2021
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
WEBB - Markt en Overheid 2.1 t/m 2.5
3 dagen geleden
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
markt en overheid
Maart 2023
- Les met
12 slides