Taalvariaties

Lesdoelen
- Je kent verschillende vormen van taalgebruik (taalvariatie).
_ Je weet net verschil tussen formeel en informeel taalgebruik
_ Je weet wat passend taalgebruik is
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
- Je kent verschillende vormen van taalgebruik (taalvariatie).
_ Je weet net verschil tussen formeel en informeel taalgebruik
_ Je weet wat passend taalgebruik is

Slide 1 - Tekstslide

Taalvariatie
Dialect
  • Variatie op het ABN
  • Informele situaties
  • Haags, Westlands, Zuid-Limburgs.....

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een accent en een dialect?

Slide 3 - Open vraag

Taalvariatie
Groepstaal
  • Straattaal
  • Vaktaal
  • Gesproken door een bepaalde groep

Slide 4 - Tekstslide

Straattaal

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Wat zegt jouw taalgebruik over jou?

Slide 8 - Open vraag

Wie wordt serieuzer genomen iemand die dialect spreekt of iemand die ABN spreekt? Waarom?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent loesoe?

A
Loes
B
los
C
dronken
D
loens

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'sappie'?
A
drankje
B
sukkel
C
van de straat
D
slap

Slide 11 - Quizvraag

Wat is 'stang'?
A
een ijzeren pijp
B
schoenen
C
stinken
D
rem

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'bika'?
A
auto
B
eten
C
fiets
D
drinken

Slide 13 - Quizvraag

Welke
straattaalwoorden
gebruik jij zelf regelmatig?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wat is anders?

Slide 16 - Open vraag

Wat voor een effect heeft dit?

Slide 17 - Open vraag

Waaronder valt straattaal?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik

Slide 18 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
U
Geachte
Hoi
Goede-
morgen
Doei
He!
Met vriendelijke groeten
Bye

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

Vakjargon is taalgebruik binnen een bepaalde beroepsgroep of vakgebied en is dusdanig specifiek op het beroep of de branche gericht dat buitenstaanders de woorden of uitdrukkingen binnen dit jargon moeilijk kunnen begrijpen. In plaats van vakjargon heeft men het ook wel over vaktaal.

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 22 - Open vraag